Hoogeweg 35
hier woonde
BERTHA BOLLEGRAAF-KAMP
vermoord in Auschwitz
op 1942-09-14

Bertha Kamp wordt geboren op 21 augustus 1878 in Kupferdreh, een plaats vlakbij Essen in het Ruhrgebied. In die tijd is Kupferdreh een zelfstandige gemeente, tegenwoordig is het een stadsdeel van Essen. Over Bertha’s vroegste jeugd en adolescentie is niets meer te achterhalen. Ze komt pas tevoorschijn in de archieven als ze op haar 32e trouwt met de acht jaar jongere Simon Bollegraaf uit Winschoten. Het huwelijk wordt voltrokken in de plaats waar ze dan met haar familie woont, in Bunde (Oost-Friesland), net over de Duitse grens.

Na haar huwelijk wil Bertha hier blijven wonen, dicht bij haar familie en dicht bij de levendige joodse gemeenschap van Bunde. Hier worden haar twee kinderen, Ilse (1912) en Ernst (1915), geboren. Een Joods gezin, waarvoor haar Nederlandse man Simon het inkomen verdient met de handel in lompen- en oude metalen en met Bertha als geweldig kokkin. Maar het gezin met twee jonge kinderen bezorgen Bertha nerveuze spanningen en hoofdpijnen, en door de steeds nijpender situatie voor de Joden in haar geboorteland zal dat er in de loop der jaren niet beter op zijn geworden.

Op de vlucht

De machtsovername van Hitler in 1933 betekent voor de Joden in Duitsland dat de nazi’s hun het leven in rap tempo onmogelijk maken. Vertrekken en alles achterlaten is voor velen van hen een vrijwel onmogelijke optie. Bertha en haar gezin worden echter vanwege de Nederlandse nationaliteit van haar man gedwongen Duitsland te verlaten. Ze belandt dan in Amersfoort waar haar inmiddels getrouwde dochter Ilse met haar gezin woont. Ze trekt heel kort in de net gebouwde huizen (1937) aan de Admiraal de Ruijterstraat op nummer 52, maar in augustus 1939 verhuist ze met haar man Simon Bollegraaf naar de Hoogeweg 35 (nieuwe spelling: Hogeweg). Dan breekt de oorlog uit in 1940. In de twee jaar die volgen isoleren de nazi’s ook hier de Joden systematisch van de rest van de samenleving en beroven hen van rechten en bezittingen.

Vervolging

In 1942 worden de deportaties in Nederland opgestart. De eerste oproepen vallen in de vroege zomer van dat jaar in de bus. In de maanden daarna worden de joden massaal ‘gearresteerd’, opgepakt, weggevoerd, gedeporteerd en uiteindelijk de dood in gejaagd in de concentratiekampen. Ook Bertha krijgt een oproep en samen met haar man moet ze vertrekken naar Amsterdam. Haar dochter met man en kinderen blijven vooralsnog achter op de Hoogeweg. Haar zoon Ernst besluit de gebeurtenissen niet meer af te wachten en duikt enige tijd later onder.

Vermoord

In Amsterdam wordt Bertha op 19 september 1942 (nog) geregistreerd op het adres Muiderschans 211hs. Het vermoeden is dat deze registratie achteraf is ingevuld, want Bertha is al op 9 september 1942 gedeporteerd naar Auschwitz. Drie dagen later is zij daar bij aankomst direct vermoord, op 14 september 1942.

Familiegeschiedenis vastgelegd

Bertha’s zoon Ernst heeft als enige van haar gezin de oorlog overleefd. In 1951 is hij met zijn gezin naar Canada geëmigreerd. Hij verandert daar zijn naam en achternaam en gaat voortaan als Croft Shandler met zijn vrouw Rhodea Shandler (Jet Dwinger) door het leven. Ze krijgen samen een groot gezin en wonen en werken in Ottawa. Zowel Rhodea als haar dochter Elly uit haar huwelijk met de door de nazi’s vermoorde Nathan Gruner hebben de geschiedenis van de familie in de 2e Wereld Oorlog geboekstaafd. In het interview uit 2016 vertelt Elly Bollegraaf haar levensverhaal als onderdeel van serie gesprekken met holocaustoverlevenden die het Centre for Holocaust Education and Scholarship (CHES) heeft gehouden voor de Carleton University in Ottawa.

Om nooit te vergeten wat er is gebeurd en dat het heeft kunnen gebeuren.