hier woonde
BERTHA GUDULA HARTOG
vermoord in Sobibor
op 1943-06-11
Alleen de registratieformulieren bevestigen het korte leven van Bertha (Betty) Gedula Hartog: haar persoonskaart, haar registratieformulier in doorgangskamp Vught, het formulier uit 1957 waarop haar overlijden op 11 juni 1943 gestempeld wordt bevestigd, haar overlijdensakte en de vermelding van haar overlijden in een schier eindeloze rij in de Nederlandsche Staatscourant van 6 oktober 1949. Geen herinneringen, geen foto van de kleine Betty, verder niets.
Betty, geboren op 23 december 1938 in Amersfoort, is maar 4 jaar geworden. Zij is vermoord in Sobibor op 11 juni 1943, samen met haar moeder en haar broertje Selomo.
Naar Asterdorp
Een paar maanden na de arrestatie van haar vader Herman Louis Hartog in februari 1943 belandt Betty met haar moeder Ilse en haar broertje Selomo in Asterdorp in Amsterdam-Noord. De nazi’s ontruimen dit getto begin juni 1943 en ze worden dan alle drie overgebracht naar het overvolle doorgangskamp Kamp Vught. Kinderen vanaf de kleuterleeftijd komen hier in aparte barakken terecht, gescheiden van hun ouders. Het leidt tot verschrikkelijke situaties, met verdriet en de paniek van de kinderen, die zich verlaten voelen. Er heersen besmettelijke ziekten en omdat de kinderen bovendien niet ‘inzetbaar’ zijn voor werk besluiten de nazi’s alle joodse kinderen weg te voeren uit Vught, onder de valse belofte dat ze naar een speciaal kinderkamp in Polen gaan.
Kindertransporten
Op zondag 6 juni worden kinderen van nul tot en met drie gedeporteerd naar kamp Westerbork, vaak samen met hun moeder. Een dag later volgen ook alle kinderen van vier tot en met vijftien jaar. Vanuit Westerbork gaan de ongeveer dertienhonderd kinderen samen op transport waar zij vrijwel direct na aankomst zijn vermoord. Een van die kinderen is Bertha Gedula Hartog. Op 11 juni 1943 is haar korte leven wreed en gruwelijk afgebroken in de gaskamers van Sobibor.