hier woonde
EMANUEL HILVERSUM
vermoord in Sobibor
op 1943-05-21
Emanuel Hilversum wordt op 6 oktober 1910 in Amersfoort geboren als jongste zoon van Nathan Hilversum en Jentje (Jantje) van der Horst. Het gezin van Nathan en Jentje telt dan al vijf jongens en woont in de buurt waar nu Theater Flint staat. Een arme buurt in die tijd.
In Emanuels vroegste jeugd en jonge jaren, en ook nog lang daarna, wonen er vooral arbeiders, handwerkslieden, werkvrouwen valt op te maken uit de adresboeken van de stad. Eenmaal volwassen gaat Emanuel de handel in, later werkt hij (evenals twee van zijn broers) als chauffeur op de allereerste stadsbusdienst van Amersfoort die is opgericht door zijn vader Nathan. Maar erg succesvol is deze busdienst niet. De stad neemt daarna het besluit een (deels) gemeentelijke stadsbusdienst op te zetten. Emanuel zoekt zijn heil in het taxibedrijf van zijn vader. In een advertentie in het Amersfoortsch Dagblad/De Eemlander van 1 mei 1930 beveelt zijn vader hem ‘beleefd aan’.
Huwelijk in Den Haag
In 1934 woont Emanuel een paar maanden in Den Haag. Daar heeft hij vermoedelijk kennisgemaakt met Betje Fransman, met wie hij in november 1935 in Amersfoort trouwt. Zijn drie jaar oudere broer Philip is getuige. Emanuel en Betje krijgen in 1937 dochter Jentje en wonen dan in de Trompstraat op nummer 77.
In de wurggreep
Na de Duitse inval komt het Joodse bevolkingsdeel al snel in de wurggreep van de bezetter. Emanuel duikt in 1943 met zijn gezin onder in Den Haag, de geboortestad van zijn vrouw, maar al snel komt het bericht over Amersfoortse onderduikers die daar tegen de lamp zijn gelopen, waaronder vermoedelijk Emanuel en Betje.
Op transport
Op 13 mei 1943 belandt hij in Westerbork en al op 18 mei 1943 volgt deportatie naar Sobibor. Die dag staan er 2.511 personen op transportlijst. Ze zijn allemaal vermoord. Emanuel treft dat lot direct bij aankomst op 21 mei 1943. Hij is dan 32 jaar.