Langestraat 54
hier woonde
HANNA HERZ-GUTTMANN
geliquideerd in Sneek
op 1944-02-29

Hanna Guttmann komt ter wereld op 25 mei 1895 in Berlijn. Haar ouders zijn Henry Guttmann en
Nora Dorothee Wormann. Ze heeft een broer, Wilhelm, die drie jaar ouder is. Hanna groeit op in
Berlijn. Na de middelbare school gaat ze studeren in Berlin. Ze trouwt op 23 maart 1922 met William
Herz. Op 6 december 1924 wordt in Berlijn haar dochter Sylvia Minna geboren.

Statenloos en rechtenloos

In 1933 komt Hitler in Duitsland aan de macht en daarmee verandert het leven van Hanna en haar
gezin radicaal. In korte tijd wordt ze uitgestoten uit de samenleving waarin ze is geboren en getogen
en verliest al haar burgerrechten. Statenloos en rechtenloos vlucht ze op 22 juli 1933 met man en kind
via Brussel naar Nederland en gaat wonen in Velsen in de Kennemerlaan 117. Hier probeert ze met
haar gezin haar leven weer enigszins terug te krijgen. Dochter Sylvia gaat naar de middelbare school
en William begint in IJmuiden een exportbedrijf in gerookte vis.
Maar in 1941 moet ze weer verhuizen, dit keer naar Amersfoort. Het nieuwe woonadres wordt
Utrechtscheweg 107-boven. In de Langestraat, op nummer 54, begint ze samen met William een
viswinkel. Dochter Sylvia, inmiddels in het bezit van haar middelbareschooldiploma, laat als beroep
‘fotograaf’ aantekenen op de Amersfoortse archiefkaart.
Het verblijf in Amersfoort is echter van korte duur, want volgens de gemeentelijke archiefkaart is de
familie op ‘07-12-1942 VOW (vertrokken onbekend waarheen)’.

Onderduik in Friesland

In de zomer van 1942 zijn bij het Joodse deel van de bevolking de eerste oproepen voor de
deportaties naar Duitsland in de brievenbus gevallen. Velen van hen proberen onder te duiken. Ook
Hanna, William en Sylvia.
Via Amersfoortse kennissen duikt ze met man en dochter onder in Friesland in de omgeving van
Sneek. Eerst met z’n drieën op eenzelfde adres, maar als dat te belastend is voor de
onderduikgevers, gescheiden van elkaar. Sylvia wordt dan op een ander adres ondergebracht.
De ontworteling, de jarenlange vervolging, de gedwongen onderduik, de deportatie van familieleden,
de lange en eenzame opsluiting, het zal zijn emotionele tol hebben geëist. Afspraken om niet de straat
op te gaan: Hanna en haar man houden zich er niet aan. Waarschuwingen dat hun gedrag enorme
risico’s voor anderen met zich meebrengt: ze negeren het. De betrokkenen registreren dit met grote
ongerustheid, én met de angst dat het anderen – onderduikers en verzetsmensen – zal slachtofferen.

Liquidatie door het verzet

En dan valt bij de verzetsorganisatie in Sneek het dramatische besluit van liquidatie. De precieze
omstandigheden die hiervoor aanleiding zijn, worden nooit helemaal bekend. Anno nu is niet
voorstelbaar de enorme druk waar zowel verzetsmensen, onderduikgevers en als onderduikers aan
zijn blootgesteld in die tijd. Voor Hanna en haar man hebben al die – onmenselijke – omstandigheden
uiteindelijk geleid tot hun vroegtijdige dood. Hun lichamen met schotwonden worden op 30 januari
1944 in het openbare vaarwater van het Pykemeer gevonden. Aan dochter Sylvia wordt verteld dat
haar ouders door de Duitsers zijn vermoord. Zij weet de oorlog te overleven en verhuist daarna met
haar Tsjechische man Philip Zipser (Raphael Zaphir) naar Israël en vervolgens naar de Verenigde
Staten. In 1958 laat ze op het graf van haar ouders in Sneek een steen plaatsen met het opschrift:
‘Beide onbarmhartig door de nazi’s, op weg naar Westerbork doodgeschoten wegens hun Israëlitisch
geloof’.

In 1983 ontdekt de Friese journalist en nazi-jager Jacob (Jack) Kooistra – ook wel de Friese
Wiesenthal genoemd – echter dat haar ouders door 30 januari 1944 door het verzet zijn omgebracht.

Sylvia overlijdt in 2000 in Denver. Haar dochter Idit Chasman-Zaphir, geboren na de oorlog in 1959,
overlijdt in 2003.