Bolderstraat 61
hier woonde
HARTOG HILVERSUM
vermoord in Gross-Rosen
op 1945-02-07

Hartog Hilversum wordt 2 november 1942 vanuit Westerbork op transport gesteld. Zijn leven voor zijn deportatie uit Westerbork heeft zich afgespeeld in Amersfoort. Hij ziet er het levenslicht op 23 juli 1898, als tweede zoon van Nathan Hilversum en Jentje van der Horst, groeit op in Amersfoort, en leeft er en werkt er als lompensorteerder/arbeider. 

Op zijn 22e  trouwt hij in Amsterdam met Schoontje Peperwortel, maar daarna gaat hij met haar weer terug naar Amersfoort, naar ’t Sasje. Eind jaren dertig verhuist Hartog naar de Bolderstraat 61 waar hij met zijn gezin (er zijn inmiddels drie kinderen: Nathan, Sara en Jentje) woont tot in 1942. De invoering van de anti-Joodse maatregelen door de nazi’s plaatsen Hartog en zijn gezin buiten de samenleving en maken een normaal leven onmogelijk. 

Werkkamp in Vledder

In 1942 wordt hij tewerkgesteld in het werkkamp Vledder. In het weekend van 2/3 oktober 1942 ontruimen de Duitsers alle werkkampen. Hartog komt daarna terecht in het overvolle Westerbork. Daar ziet hij zijn gezin weer, maar zonder zijn zoon Nathan die al doorgestuurd blijkt te zijn naar Auschwitz.

Trein stopt in Cosel

Op 2 november 1942 gaat hij op transport naar het oosten. In Cosel, zo’n 80 kilometer voor Auschwitz, stopt de trein en wordt een deel van de mannen uit de trein gehaald om dwangarbeid te verrichten in werkkampen in de omgeving. Hartog is een van de ongeveer 260 mannen die de trein in Cosel moet verlaten. Via Cosel komt hij uiteindelijk terecht in het (voornamelijk Joodse) kamp Blechhammer (‘Bluhammer’), een subkamp van Auschwitz. Hier moeten gevangenen tussen april 1944 en januari 1945 een nieuwe chemische fabriek bouwen. Levie Barmhartigheid, een overlevende, heeft na de oorlog verteld dat Hartog is omgekomen in Blechhammer, maar volgens een aantekening op een kaart van de Joodse Raad zou hij bij de ontruiming van Blechhammer door de nazi’s begin 1945 nog in leven zijn geweest.

Dodenmars

Als in 1945 de geallieerden oprukken, worden duizenden gevangenen gedwongen zonder eten of drinken naar een volgend kamp te strompelen. Wie niet meekan op deze dodenmars wordt afgemaakt, met een nekschot. Dat lot treft Hartog Hilversum vermoedelijk op 7 februari 1945 in de omgeving van Gross-Rosen. Hij is dan 46 jaar.