Krommestraat 44b
hier woonde
JACOB HILVERSUM
vermoord in Buchenwald
op 1945-03-08

Jacob (roepnaam Jaap) Hilversum wordt geboren op 17 maart 1897 in Amersfoort als oudste zoon van Nathan Hilversum en Jentje (Jantje) van der Horst. Hij krijgt nog vijf broers.

Als volwassen man werkt Jaap in de voetsporen van zijn vader Nathan. In de adresboeken van Amersfoort en de archieven staat hij onder meer vermeld als lompen-/voddensorteerder, koopman, en handelaar in tweedehands kachels en fornuizen op het adres Havik 47 in Amersfoort. En voor de Nederlands Israëlietische Gemeente Amersfoort, een van de oudste zogeheten kehillot in Nederland, is hij een van de grafdelvers.

Relaties

Jaap Hilversum trouwt drie keer. De eerste keer in 1919 met Heintje Kloot. Met haar krijgt hij het jaar erop een zoon die de naam Salomon krijgt. Na 7 jaar gaan ze uit elkaar. Na de scheiding hertrouwt hij in 1928 met Jetje Lever. Zij overlijdt 3 jaar later, in 1931. Op zijn veertigste trouwt hij op 13 oktober 1937 opnieuw, met de 29-jarige Vrouwtje (roepnaam Vree) Wertheijm. Hun zoon Nathan, die de roepnaam Niek krijgt van zijn ouders, wordt geboren op 15 december 1938.

Tewerkgesteld

Op het moment van de Duitse inval woont het gezin in de Krommestraat op nummer 44b. Al snel begint het net van antisemitische maatregelen zich rond de Joden te sluiten. Jaap heeft zich kennelijk tot 16 april 1943 hier nog aan weten te onttrekken, maar op die vrijdag wordt hij gearresteerd door de Duitsers en naar Vught gedeporteerd. Op zijn registratiekaart bij de Joodsche Raad staat dat hij bij binnenkomst goed gezond en geschikt is voor handenarbeid. Hij wordt tewerkgesteld bij de Moerdijkbruggen. Tussen 26 maart 1943 en eind februari 1944 worden daar de oude scheepsbarakken aan de Moerdijkse Havenkade gebruikt als een zogenoemd Aussenkommando. Onder slechte omstandigheden moeten joden en politieke gevangenen tankgrachten graven en bunkers bouwen, ter verdediging van de strategisch gelegen Moerdijkbruggen.

Nummer

Terug in Kamp Vught wordt Jaap van daar op 11 september naar Westerbork en al een paar dagen later – op 14 september 1943 – gedeporteerd naar Auschwitz. Vanaf dat moment heeft hij geen naam meer, maar is hij een nummer: 118151. 

Briefkaart vanuit de Hollandsche Schouwburg

Over het lot van zijn oudste zoon Sal, die al op 23 april 1943 is vermoord in Sobibor, zal hij onwetend zijn geweest en vermoedelijk ook over dat van zijn vrouw Vree en hun zoontje Niek. Vree schrijft in die dagen wanhopige briefkaartjes vanuit de Hollandsche Schouwburg: ze mag haar zoon niet zien, ze heeft gebrek aan etenswaren, en ze is ‘vreselijk zenuwachtig’ over alles wat haar en haar kind en haar familie overkomt. Als ze uiteindelijk met Niek op transport moet naar het vernietigingskamp hoopt ze haar man tegen te komen schrijft ze. Het is vermoedelijk niet gebeurd. Ze zijn allebei op 22 oktober 1943 bij aankomst in Auschwitz direct vergast.

Overgeplaatst

Herdenkingsstenen voor Jacob en Vrouwtje Hilversum-Wertheijm en zoon Nathan

Herdenking (22-11-2015) van Jacob en Vrouwtje Hilversum-Wertheijm en zoon Nathan

Jaap is van Auschwitz op 22 januari 1945 ‘uberstellt’ naar KDO Buchenwald. Op 8 maart 1945 is hij daar aan uitputting en ontbering overleden. Van zijn vijf jongere broers, Hartog, Hijman, Levie, Philip en Emanuel overleeft niet één de oorlog.