Zuidsingel 57
hier woonde
JACOB WALLAGE
vermoord ergens in Midden-Europa
op 31-07-1944

Jacob Wallage wordt op 4 augustus 1928 in Amsterdam geboren. Zijn moeder is Jetta Wallage, geboren in Nieuw-Buinen (gemeente Borger). Jacob heeft een oudere zus met de naam Saartje. Zij is op 16 juli 1924 in Groningen geboren. De naam van Jacobs vader is niet bekend. Zijn moeder trouwt op 3 februari 1932 in Amsterdam met de in Paramaribo geboren Wilhelm Jacques Does, van beroep bootsman, later stuurman en voorzitter van de Surinaamse vereniging ‘Onderling belang’ in Amsterdam. Uit dit huwelijk worden nog vijf kinderen geboren. 

Op de foto Emma Nooitrust in het Sint Elisabeth Ziekenhuis met links haar man en rechts haar pleegzoon

In het St. Elisabeth ziekenhuis Emma Nooitrust in bed, links echtgenoot Jaap en rechts pleegzoon Jacob Wallage (Bron: Joods Monument)

Over het leven van Jacob is niet veel bekend, zoals het jaar waarin hij naar Amersfoort komt. Feit is evenwel dat hij opgevoed wordt door pleegouders, Jacob Manuel De Groot en Emma De Groot-Nooitrust. Jacob woont met zijn pleegouders op de Zuidsingel 57. Pleegvader de Groot is marktkoopman van beroep. Jacob volgt onderwijs aan de Openbare Lagere School in de Heerenstraat nr. 4 (O.L. School nr. 11) te Amersfoort. Dit blijkt uit de lijst met joodse leerlingen die in september 1941 in opdracht van de Duitse bezetter is opgesteld. 

Kinderen ‘van joodschen bloede’ 

Deze lijst is het resultaat van een van de anti-Joodse maatregelen die is bedoeld om de Joodse bevolking geleidelijk uit het openbare leven te isoleren. Eind september 1941 worden alle Joodse kinderen van hun school verwijderd. Zij die nog lager onderwijs volgen, worden gedwongen naar de pas opgerichte Joodse school te gaan die in december van dat jaar een plek vindt aan het Laurens Costerplein 14. Voor zover bekend is er voor de kinderen die voortgezet onderwijs volgen geen school georganiseerd. Jacob, die in augustus 1941 dertien jaar is geworden, is een van hen.

Arrestantenkaart

Wanneer duidelijk wordt dat de bezetter over gaat tot deportatie van de Joodse bevolking duiken Jacob de Groot, zijn vrouw Emma en Jacob Wallage onder in het dorp Spijk bij Gorinchem. Het heeft echter niet mogen baten. Op 27 januari 1944, zo vertelt ons een tekst op het Joods Monument, vindt een grote razzia plaats. Jacob Wallage wordt, samen met zijn pleegouders, opgepakt. Hij wordt overgebracht naar de gevangenis aan het Haagse Veer in Rotterdam. Op de arrestantenkaart van Jacob Wallage lezen we dat hij in het bezit is van 12 gulden en een mondharmonica. Op die van zijn pleegvader staat als reden van arrestatie: onderduiken. 

Zonder ouders op transport

Op 5 februari 1944 gaat Jacob, net als Jacob Manuel de Groot en zijn vrouw Emma, op transport naar Westerbork. Volgens het onderzoek ‘Een Naam en een Gezicht’ van Kamp Westerbork wordt Jacob op 3 maart 1944 naar Auschwitz gedeporteerd. Mogelijk is hij geselecteerd voor dwangarbeid. Onzeker is of hij is vermoord of is bezweken onder de zware ontberingen. Zijn overlijdensakte meldt als datum 31 juli 1944, met als plaats ‘ergens in Midden-Europa’. Jacob is slechts 15 jaar oud. Zijn pleegouders gaan 8 februari 1944 op transport naar Auschwitz en worden daar vermoord. Ook zijn zus Saartje Wallage wordt in Auschwitz vermoord. Jacobs biologische moeder, Jetta Wallage, heeft de oorlog overleefd.