hier woonde
MARIE EVELINA COHEN-PEPER
vermoord in Sobibor
op 1943-07-02
Marie Evalina Cohen-Peper wordt op 23 oktober 1908 geboren te Hilversum. Haar ouders zijn Wolf Peper, geboren te Amsterdam, en Rebekka de Jong, afkomstig uit Haaksbergen. Het gezin Peper woont aanvankelijk in Hilversum maar verhuist in 1918 naar Amersfoort waar Marie Evalina opgroeit en naar school gaat. Het Amersfoorts Dagblad/ de Eemlander van 21 juli 1924 meldt dat ‘M.E. Peper is bevorderd tot klasse IV van het Openbaar Onderwijs voor U.L.O.’. Zij is dan 16 jaar. Haar vader, Wolf Peper, is in Amersfoort een bekende verschijning die verschillende sigarenzaken en twee restaurants exploiteert. Marie Evalina heeft één broer, Hartog Jacob Henri, die vijf jaar jonger is.
‘Welkom vreemdeling’
Begin jaren ‘30 leert zij haar toekomstige man kennen, Salomon Cohen, geboren op 8 januari 1906 in Leiden. Blijkens de berichtgeving in de lokale pers gaat het stel op 3 november 1933 in ondertrouw. De huwelijksvoltrekking vindt enkele weken later op 22 november plaats. Voor zover we kunnen nagaan woont het pas getrouwde paar bij de ouders van Marie Evalina in, die dan op de Barchman Wuytierslaan nr. 16 wonen. Al vóór hun huwelijk is Marie Evalina’s aanstaande op dat adres gehuisvest. De Eembode van 29 november 1932 vermeldt althans in de rubriek ‘Welkom Vreemdeling’ dat S. Cohen in Amersfoort komt wonen en op genoemd adres staat ingeschreven.
Opvoedkundig ambtenares bij Berg-Stichting
Kort daarna verhuizen zij naar Laren waar Salomon als opvoedkundig ambtenaar werkzaam is bij de Berg-Stichting, een tehuis voor uit huis geplaatste Joodse kinderen. Ook Marie Evalina is actief in de Berg-Stichting. Uit een document van het Arolsen Archief blijkt dat zij ‘opvoedkundig ambtenares’ is. Bovendien beschikt zij volgens datzelfde document over een rijksdiploma apothekersassistente. Ook in die hoedanigheid heeft zij een functie binnen genoemde Berg-Stichting.
Intrek in de Daltonstraat
In Laren wonen zij op verschillende adressen. Zij krijgen drie kinderen, twee jongens en een meisje. In Laren worden de twee jongens geboren: Hartog Izak op 8 november 1934 en Wolf Ithamar op 13 april 1936. Marjan Rebecca, hun derde kind dat de voornamen draagt van haar beide grootmoeders, ziet het levenslicht op 14 juni 1938. Kort daarvoor verhuist het gezin naar Amersfoort waar zij in een van de nieuw gebouwde huizen aan de Daltonstraat hun intrek nemen.
‘Gesperrt’ als leidster lijkenverzorging
Informatie over Marie Evalina, die in de familie ook wel Miep wordt genoemd, in de tussenliggende jaren ontbreekt. Het Joods Monument vermeldt dat zij in februari 1943, samen met haar man en drie kinderen, gedwongen wordt naar Amsterdam te verhuizen. Zij wonen dan in Amsterdam-Oost op de Transvaalkade 114I, een buurt waar vele Joden gedwongen gehuisvest worden. Op zondag 20 juni 1943, ten tijde van de grote razzia, wordt het hele gezin opgepakt en, samen met 5500 anderen, naar Westerbork afgevoerd. Uit gevonden documentatie blijkt dat Marie Evalina en haar kinderen in barak 65 geïnterneerd zijn. Op het al eerder genoemde document uit het Arolsen Archief staat dat zij ‘gesperrt’ is vanwege haar functie als ‘leidster lijkenverzorging’.
Moord in Sobibor
Op 29 juni vindt de deportatie van het gezin naar Sobibor plaats. Enkele dagen later, het is 2 juli 1943, vindt Marie Evalina samen met haar man en drie kinderen de dood in de gaskamers. Zij is dan 34 jaar. Ruim een maand eerder, op 21 mei 1943, is haar vader, Wolf Peper, vermoord in de gaskamers van Sobibor. Haar broer, Hartog, heeft de oorlog overleefd samen met zijn vrouw Lilli Eschwege en hun twee dochters, Maud en Rita.