Hof 37b
hier woonde
MIETJE HOUTKRUIJER-KLEIN
vermoord in Auschwitz
op 1942-12-07
Gezinsfoto Houtkruijer-Klein

vlnr Alexander Abraham Celine Houtkruijer, Mariana Levie en Mietje Klein

Mietje Klein is een van de zeven kinderen van Marcus Klein en Betje Poortje. Ze wordt in Amersfoort geboren op 1 juli 1879 en groeit op met twee broers en vier zussen. Haar familie is actief in de stad. Hier wonen ze, hier werken ze en hier hebben ze een sociaal leven. Mietje is ‘winkelierster’, ze heeft een boekhandel in de Langestraat, op nr. 7. Maar op 12 december 1928, stapt ze – op 49-jarige leeftijd – een nieuw leven binnen. Ze trouwt dan met de 50-jarige Amsterdamse weduwnaar Abraham Houtkruijer. Hun woonadres is Hof 37b.

De Duitse bezetting 12 jaar later, en de vervolging van de Joden maken het Mietje al snel onmogelijk nog een normaal leven te leiden. Door de antisemitische maatregelen wordt ze buiten de samenleving gezet. Op bevel van de bezetter laat ze zich in 1941 registreren als Joodse á raison van 1 gulden. Vanaf begin mei 1942 moet ze buitenshuis verplicht een Jodenster dragen. Werk en inkomen vallen weg na de ‘in beheername’ van Barnstijn’s winkelpand als gevolg van de ‘verordening van de Rijkscommissaris van 11 augustus 1941 no 154 betreffende het Joodsche grondbezit’.

De oproep

In 1942 beginnen de Duitsers met de systematische deportatie van de Joden naar de concentratiekampen. Mietje wordt gedwongen het huis waar ze inmiddels woont in de Amersfoortse Dollardstraat achter te laten. Samen met haar echtgenoot Abraham gaat ze dan naar de Molenbeekstraat in Amsterdam, de straat waar haar stiefkinderen Celina en Alexander en schoondochter Mariana de Levie wonen. Al snel volgt de oproep voor Westerbork. Daar raakt haar leven in een nog verschrikkelijker stroomversnelling. Op 5 november 1942 overlijdt Abraham plotseling, en een maand later staat zijzelf op de transportlijst voor Auschwitz. Op 7 december komt er aan haar leven een einde als ze op 63-jarige leeftijd in de gaskamers van het concentratiekamp wordt vermoord.

In handen van

Als de bewindvoerder van Mietje Houtkruijer-Klein uit de Dollardstraat in oktober 1945 via het Nederlands Beheersinstituut informeert naar haar bezittingen is het antwoord: ‘dat de goederen waren overgebracht naar de school in de Lange Beekstraat en vervolgens formeel waren overgegaan in handen van de Lippmann-Rosenthal bank’ en ‘wat tenslotte van de goederen is terechtgekomen kan ik u niet mededeelen’. Na bijna 7 jaar – pas als haar overlijdensakte is opgesteld – kan een Amersfoortse notaris de enige erfgenaam van de familie die er nog is aanwijzen, onder meer van het winkelpand in de Langestraat.