hier woonde
NATHAN DE GROOT
vermoord in Sobibor
op 1943-06-11
Nathan de Groot wordt op 28 juni 1910 in Amersfoort geboren. Hij is de zesde in een gezin van acht kinderen: zes jongens en twee meisjes. Zijn vader is Israël De Groot, geboren op 14 december 1877 in Utrecht, koopman van beroep. Zijn moeder is Grietje Hilversum, geboren op 22 december 1880 in Amersfoort. Nathans jongste zus, Vrouwtje geheten, zal later trouwen met de Amersfoortse kapper Aäron Blitz uit de Krommestraat.
In de tijd dat Nathan geboren wordt, woont het gezin in de St. Jorisstraat 11, aldus de geboorteakte. Daarin lezen we ook dat aangifte van de geboorte plaatsvindt ‘(…) in aanwezigheid van Nathan Hilversum’, de naamgenoot die later faam krijgt als ondernemer en exploitant van de eerste Amersfoortse busmaatschappij.
Huwelijksgeluk

Handtekeningen uit huwelijksakte 1934 van ouders, getuigen en echtpaar De Groot-Zuckermann (Bron: WieWasWie.nl)
Over Nathans jonge jaren is niets bekend. Het eerste spoor duikt op wanneer Nathan zich gaat verloven met Thea Zuckerman. In een annonce in het Nieuw Israëlitisch Weekblad, gedateerd 3 augustus 1934, lezen we: ‘(…) ontvangst op zondag 12 augustus, Hessenstraat 5’. Waarschijnlijk woont Nathan nog bij zijn ouders thuis, want Hessenstraat 5 is het adres waar dan Israël De Groot en zijn vrouw Grietje wonen. Nathans verloofde is uit Duitsland afkomstig: achter haar naam staat vermeld: Essen-Rhur. Krap een jaar later gaat het jonge paar in ondertrouw en een maand later vindt de huwelijksvoltrekking plaats. De huwelijksakte van 5 juni 1935 vermeldt dat Thea Zuckermann 19 jaar is, afkomstig is uit Rhenen en geboren is in Dresden (Duitsland). Nathan en Thea krijgen in 1937 hun eerste en enige kind. Zij wordt op 22 januari geboren en heet Grietje, net als haar grootmoeder.
Handelaren in de stad
De huwelijksakte vermeldt dat Nathan koopman van beroep is. In dat opzicht mogen we concluderen dat Nathan beroepsmatig de traditie trouw blijft, want ook Nathans broers verdienen de kost als koopman. Twee van hen, met name Jacob Manuel en Izak, genieten in de jaren ’30 in Amersfoort een zekere bekendheid als handelaar in tweedehands goederen.
Centrum van Amersfoort
Over de woongeschiedenis van Nathan is weinig bekend. In De Eembode van 13 september 1935 lezen we in de rubriek Gevestigde Personen dat ‘(…) N. De Groot, N.I., koopman, en de weduwe Zuckermann, N.I., zich gevestigd hebben in de Radboudstraat 41. De afkorting N.I. staat voor Nederlands Israëlitisch, de toenmalige aanduiding van personen met een Joodse achtergrond. In het adresboek van 1936 staat Nathan De Groot ingeschreven op nummer 3 in de Radboudstraat. Het adresboek van 1940 meldt als adres Breestraat 60b. Nathan wordt dan beroepsmatig aangeduid als lompensorteerder. Breestraat 60b is het adres waar het gezin ten slotte in 1942 wordt opgepakt.
Prijs van kerstkaarsjes
Wat de zakelijke activiteiten van Nathan betreft moeten we het doen met de informatie uit het boek van Ribbens, ‘Zullen wij nog terugkeren…; De Jodenvervolging in Amersfoort tijdens de Tweede Wereldoorlog’. Daar lezen we dat Nathan De Groot in december 1941 twee keer een bekeuring krijgt omdat hij zonder toestemming de prijs van de kerstkaarsjes heeft verhoogd.
‘Nichts ist stehen geblieben’
Naar alle waarschijnlijkheid zullen Nathan en Thea zich aanzienlijk meer zorgen maken om de vraag wat dat de Duitse bezetter nog in petto heeft voor de Joodse bevolking. In 1942 nemen ook in Amersfoort de maatregelen tegen de Joodse bevolking toe en vinden de eerste deportaties daadwerkelijk plaats. Onduidelijk is wanneer precies Nathan De Groot en zijn gezin Amersfoort hebben moeten verlaten en waarheen zij vertrekken. Feit is dat op 23 september 1942 de Duitsers hun huis leeghalen. Deze plunderactie, die bekend staat onder de onschuldig klinkende naam ‘Hausraterfassung’ of ‘Möbelaktion’, is nauwgezet gedocumenteerd. ‘Nichts ist stehen geblieben’, staat op de laatste bladzijde. Volgens het betreffende document is de geschatte waarde Hfl 150,- .
Geïnterneerd
Over waar het gezin in de tussentijd verblijft, ontbreekt nadere informatie. Op 16 april 1943 wordt Nathan, samen met zijn vrouw Thea en hun dochter Grietje, in Vught geïnterneerd. Op 7 juni van dat jaar volgt transport naar Westerbork waar zij in barak 58 verblijven. Een dag later worden Nathan, Thea en Grietje naar Sobibor gedeporteerd waar zij op 11 juni vermoord worden. Nathan is dan 32 jaar. Ook Nathans ouders vinden de dood in de Holocaust: zij worden in Sobibor vergast. Van zijn broers en zussen overleeft alleen Catharina de oorlog.