Daltonstraat 31
hier woonde
SALOMON COHEN
vermoord in Sobibor
op 1943-07-02

Salomon Cohen wordt op 8 januari 1906 geboren in Leiden. Zijn ouders zijn Hartog Cohen, geboren in 1873 te Leeuwarden en van beroep godsdienstleraar, en Marianne Sitters, geboren in 1878 in Gorinchem. Het gezin telt zeven kinderen: drie meisjes en vier jongens. Salomon is het vierde kind. Over Salomons jeugd en schooljaren is weinig bekend. Op de website van Joods Monument lezen we dat Salomon een MULO-diploma heeft en in het bezit is van het middenstandsdiploma. Voor zijn huwelijk oefent hij verschillende beroepen uit. Wij lezen dat hij als koopman in sigaren actief is en de functie van winkelchef van een sigarenwinkel uitoefent. Dat Salomon een veelzijdig mens is blijkt uit het feit dat hij zich bekwaamd heeft als godsdienstleraar. Daarnaast behaalt hij het zogenoemde Gilwell-diploma in zijn tijd als jeugdleider bij scouting. Dit diploma stelt Salomon in staat jonge scouts te begeleiden bij het leren van praktische activiteiten maar ook bij hun persoonlijke ontwikkeling. Het document, gevonden in het Arolsen Archief, vermeldt niet alleen de diploma’s waarover Salomon Cohen beschikt, maar ook dat hij een intelligent persoon is en organisatorisch is aangelegd.

Educatieve ervaring

Zijn educatieve ervaring komt hem zeer van pas in zijn latere loopbaan als opvoedkundig ambtenaar bij de Berg-Stichting in Laren. Deze stichting beheert van 1911 tot 1965 een tehuis voor uit huis geplaatste Joodse kinderen en, na de oorlog, Joodse weeskinderen. Salomons drie jaar oudere broer Izak Hartog werkt al vanaf 1928 bij de Berg-Stichting als administrateur. 

Verhuizing

Salomons woongeschiedenis is niet altijd helder. In de rubriek ‘Welkom Vreemdeling’ in de Eembode van 22 november 1932 lezen we dat S. Cohen naar Amersfoort is verhuisd en op de Barchman Wuytierslaan nr. 16 woont. Daar wonen op dat moment Salomons aanstaande vrouw Marie Evalina en haar ouders. Volgens een ander bericht echter vertrekt Salomon al op 10 april 1930 naar Laren. Onduidelijk is ook of Salomon zijn geliefde al kent voor hij op de Barchman Wuytierslaan zijn intrekt neemt.

Toekomstige vrouw

Hoe dan ook, begin dertiger jaren leert Salomon zijn toekomstige vrouw Marie Evalina Peper kennen. Zij is de dochter van de in Amersfoort wonende horeca-ondernemer en sigarenkoopman Wolf Peper en Rebekka de Jong. Marie Evalina is op 23 oktober 1908 in Hilversum geboren. Volgens een annonce in de Eembode vindt de ondertrouw op 3 november 1933 plaats. Diezelfde Eembode meldt dat Salomon en Marie Evalina drie weken later, op 22 november, in het huwelijk treden. Zij wonen in Laren op verschillende adressen, onder andere op de Engweg nummer 8. Overigens, uit documentatie in het al eerder genoemde Arolsen Archief blijkt dat ook Marie-Evalina werkzaam is bij de Berg-Stichting, als ‘opvoedkundig ambtenares’ én als apothekersassistente.

Het gezin Cohen-Peper

Het echtpaar krijgt drie kinderen: twee jongens en één meisje. Hartog Izak wordt op 8 november 1934 geboren, in Laren, net als hun tweede zoon Wolf Ithamar die op 13 april 1936 het levenslicht ziet. Ruim een jaar later, op 18 december 1938 verhuist het gezin naar Amersfoort en betrekt een van de nieuw opgeleverde huizen aan de Daltonstraat. Op 14 juni 1938 wordt daar hun dochter Marjan Rebecca geboren, genoemd naar haar beide grootmoeders. In dat jaar laat Salomon zijn baan als opvoedkundig ambtenaar achter zich, en keert terug naar zijn oude beroep van (sigaren-)koopman, het vak van zijn schoonvader Wolf.

Geïnterneerd

Ook het gezin van Salomon Cohen verhuist op 19 februari 1943 onder dwang naar Amsterdam. Zij vinden huisvesting in Amsterdam-Oost op de Transvaalkade 114I. Enkele maanden later wordt het hele gezin gearresteerd tijdens de grote razzia van 20 juni 1943. Met meer dan 5500 andere Joden worden zij afgevoerd naar kamp Westerbork. Salomon wordt in barak 60 geïnterneerd, Marie Evalina en de kinderen in barak 65.

Emigratie naar Palestina

Tijdens zijn verblijf in Amsterdam werkt Salomon op het kantoor van Expositur van de Joodse Raad, de afdeling die de mogelijkheden van emigratie naar Palestina onderzoekt. Blijkens de documentatie van het al vermelde Arolsen Archief, probeert Salomon ook zelf met zijn gezin in aanmerking voor emigratie te komen. Het heeft allemaal niet mogen baten: op 29 juni 1943 worden Salomon, Marie Evalina en de drie kinderen, Hartog Izak, Wolf Ithamar en Marjan Rebecca, op transport gesteld naar Sobibor om enkele dagen later, op 2 juli, in de gaskamers te worden vermoord.