Scherbierstraat 15
hier woonde
SALOMON KLEIN
vermoord in Nijkerk
op 1945-04-18

Huwelijk Salomon Klein en Jet van der Horst, 23-11-1938 

Salomon Klein wordt op 28 januari 1906 in Amersfoort geboren. Hij ziet het levenslicht op het adres Langegracht 31. Zijn vader is Joseph Klein, geboren en getogen in Amersfoort. Het adresboek van dat jaar vermeldt als zijn beroep ‘koopman in kleeren’. Salomons moeder is Sara Rosenboom en afkomstig uit Zevenaar. Salomon is de jongste in een gezin van vijf kinderen: drie jongens (Abraham, Jacob en Simon) en een meisje dat officieel Johanna Lina heet maar kortweg Naatje wordt genoemd. Na Salomon wordt in 1907 een kind dood geboren. 

Salomons ouders wisselen geregeld van adres, zo valt op te maken uit de geboorteakten van de kinderen. Als Salomon twee jaar is verhuist het gezin Klein naar het adres Achter de Heilige Geest nr. 3, een smalle straat in het centrum van Amersfoort. Later volgen nog de adressen Zwanenhalssteeg 1 en Krankeledenstraat 24. In 1920, aldus het adresboek van dat jaar, vindt de familie Klein ten slotte zijn domicilie op het adres Muurhuizen 2 met als vermelding J. Klein, koopman. Vanaf 1923 heet de firma ‘Klein en zonen’ en vermeldt het adresboek twee adressen: Muurhuizen 2 en Scherbierstraat 9, met dien verstande dat het laatste adres als bedrijfspand geldt. In 1924 staat op het adres Muurhuizen 2 ook A. Klein als boekhandelaar vermeld. Waarschijnlijk is dit Salomons broer Abraham.

Handelswaar

In 1926, Salomon is dan 20 jaar, overlijdt zijn vader. Vanaf wanneer, en in welke mate, hij actief is in de zaken van Klein sr. blijft onduidelijk. Pas in 1931 is de eerste advertentie te vinden waarin S. Klein zijn handelswaar, waaronder kleding, meubelen, boeken en plaatwerken te koop aanbiedt. Het magazijn van de firma Klein is dan op Scherbierstraat 6 en 9 gevestigd. 

Eerste kind

v.l.n.r. Max en Joseph Klein

Het jaar 1938 brengt voor Salomon de nodige veranderingen. Om te beginnen treedt Salomon in het huwelijk. De ondertrouw vindt op 5 november 1938 plaats. Zijn aanstaande heet Jet Van der Horst, volgens de kaart van de Joodse Raad wordt zij ook wel Jettie genoemd. Zij is in Wolvega geboren maar woont tot genoemd jaar in Amsterdam. Op 23 november van hetzelfde jaar treden Salomon en Jet in de echt. Aanvankelijk woont het jonge paar nog bij Salomons moeder op Muurhuizen 2. Spoedig verhuizen zij, eerst naar de Schimmelpennickstraat en kort daarna naar het adres Scherbierstraat 15. Een jaar later, op 14 augustus 1939, wordt hun eerste kind geboren. Het is een zoon en hij wordt naar zijn grootvader Joseph genoemd. 

Wekelijkse advertenties

Of het bedrijf van Salomon succesvol is, is niet bekend. Bijna wekelijks komt men in de lokale pers de advertenties tegen van de firma Klein, waarin te lezen is dat men ‘(…) voor voordelige kasten, dressoirs, ledikanten en kachels bij de firma Klein moet zijn’. Het uitbreken van de oorlog verandert daar aanvankelijk niets aan. Ook Salomons moeder laat zich zakelijk niet onbetuigd, gezien haar fantasievolle advertentie in het Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander van 10 februari1942:

‘Voor goede boeken groot en klein, moet men zijn bij moeder Klein; inkoop van alle soorten boeken, tijdschriften en platen’

Gezinsuitbreiding in oorlogstijd

Iedereen maakt zich zorgen over het verloop van de oorlog, maar de Joodse inwoners moeten vrezen voor deportatie of, zoals nog zal blijken, nog erger. Op 22 augustus 1942, hun zoon Joseph is inmiddels drie, vindt weer gezinsuitbreiding plaats, opnieuw een jongen. Hij krijgt de naam Max. Niet veel later besluiten Salomon en zijn vrouw Jettie onder te duiken. Ze vinden een onderkomen bij Evert Hasselaar, een veehandelaar die een boerderij bewoont in Hooglanderveen, het gebied waar nu de wijk Vathorst is gebouwd. Het gezin Klein vindt daar tot half april 1945 een veilig heenkomen. Maar dan slaat het noodlot toe. Een uitgebreid relaas daarvan vinden we in het vereningsblad ‘De Bewaarsman’ en in het herdenkingsboek van Channa Kalmann ‘Hun namen niet vergeten; Herdenkingsstenen Amersfoort’.

Ter plekke dood

Herdenkingskruis, foto: Corrie Bokkers-Kleinveld

Het is 18 april 1945, slechts enkele weken voor Duitsland capituleert. In het gebied tussen Hoogland en Nijkerk vinden de laatste gevechten plaats. Er wordt alarm geslagen, maar Salomon Klein (even als anderen) gaat ervan uit dat het wel weer mee zal vallen. Een eenheid van de Landwacht, Nederlanders die als vrijwilliger in dienst van de SS zijn getreden, zoeken in het gebied rond Hoogland naar ondergedoken Joden. Ze bedreigen de aanwezige boeren daar en vinden, na enig fysiek machtsvertoon, Salomon die zich al veilig waant. Ze nemen hem mee naar de andere kant van de boerderij. Een van de landwachters, ene Sije Enne Koopmans trekt zijn revolver en schiet Salomon, voor het oog van zijn vrouw en kinderen, ter plekke dood.

Nooit te boven gekomen

Salomons vrouw en kinderen overleven de oorlog. Ze wonen nog enige tijd in de Scherbierstraat op nummer 16. Al in 1946 verhuizen zij naar Amsterdam. Bekend is dat Jet en de kinderen de dood van Salomon nooit te boven zijn gekomen. Ook Salomons moeder Sara Klein-Rosenboom en twee van zijn broers, Abraham en Jacob Klein, vinden de dood in een van de vernietigingskampen. Salomons broer Simon wordt in 1941 gearresteerd in verband met verzetsactiviteiten Hij wordt overgebracht naar het bureau van de Sicherheitspolizei in Den Haag. De politie van Amersfoort krijgt bericht dat Simon op 11 maart zichzelf van het leven heeft beroofd. 

Verslaggeving in de pers

In 1948 vindt het proces tegen de genoemde landwachter Koopmans plaats. Hij blijkt een beruchte ‘Jodenjager’ te zijn, lid van een zogeheten Frontsicherungsbataillon dat tot taak heeft het gebied van ‘terroristen’ te zuiveren. Volgens de verslaggeving in de pers is deze Koopmams al eerder, in februari 1945, betrokken bij de moord op de rechter baron Harinxma thoe Slooten die in de omgeving van Leeuwarden actief is in het verzet. Tevens is hij betrokken bij aanslagen op andere leden van het verzet. Koopmans wordt ter dood veroordeeld maar dit vonnis wordt later omgezet in levenslange gevangenisstraf.

‘Herinnering spreekt’

Bij het plaatsen van de herdenkingssteen in 2016 leest Salomons oudste zoon Joseph, 71 jaar na de moord op zijn vader, het door hem geschreven gedicht ‘Herinnering spreekt’ voor:

Oude stenen muren
Van rood baksteen
Vertellen over het verleden
Ingesleten tegels maskeren letters
Synagoge, waar herinneringen spreken
Waar helaas veel minder Joodse
Mensen binnen treden

Veel dank aan de familie voor het delen van hun familiegeschiedenis.