Salomon van Tijn komt op 13 september 1941 in Amersfoort ter wereld. Zijn ouders zijn Samuel van Tijn en Roosje Gompers die in de Utrechtsestraat 3a, het adres waar Salomon geboren wordt, een winkel in feestartikelen hebben. De winkel, die de toepasselijke Magazijn ‘De Voordracht’ heeft, staat in advertenties omschreven als ‘(…) hét adres voor feesten en partijen’. Het zal geen vetpot te zijn, want Salomons vader werkt ook nog als vrachtwagenchauffeur.

De geboorte van Salomon van Tijn en anti-Joodse maatregelen op een pagina; Amersfoortsche Courant, 15 sept 1941, Delpher

Als Salomon in september 1941 geboren wordt neemt de terreur tegen de Joodse bevolking van Amersfoort steeds scherper vormen aan. Uitgerekend de Amersfoortsche Courant van 15 september, de krant die Salomons geboorte vermeldt, geeft een overzicht van de nieuwste anti-Joodse maatregelen. Daaruit blijkt dat de terreur allesomvattend is en de Joden volledig uit het openbare leven gedrongen worden. In diezelfde periode moeten alle Joodse leerlingen het reguliere onderwijs verlaten, waaronder Salomons zusjes Isa, Reintje en Fietje, en broertje Izak. Zij worden gedwongen de recent opgerichte Joodse school aan het Laurens Costerplein te bezoeken.

Flink dagmeisje

Salomon, die ook wel Salo wordt genoemd, is de jongste van het gezin: hij heeft nog vier zusjes en twee broertjes boven zich. Kort na Salomons geboorte zoekt zijn moeder, via een advertentie in de krant, ‘(…) een flink dagmeisje voor direct, boven 18jaar’. Zij kan deze hulp goed gebruiken, want behalve haar werk in de winkel heeft ze ook de zorg voor zeven kinderen. Nauwelijks een half jaar later wordt Salomons vader Samuel van Tijn ziek: hij krijgt begin maart 1943 een blindedarmontsteking. Wellicht ten gevolge van gebrekkige medische zorg overlijdt vader op 18 maart 1943 aan buikvliesontsteking. Hij wordt begraven op de Joodse begraafplaats aan de Soesterweg.

Judenrein

De Duitse bezetter heeft het plan om eind 1942 Amersfoort ‘Judenrein’ te verklaren. Alle Joodse inwoners worden gedwongen Amersfoort te verlaten. Salomons moeder heeft uitstel en mag met haar gezin nog blijven. Maar op 22 april 1943 is ook voor het gezin Van Tijn het uur gekomen: zij worden opgepakt en in kamp Vught geïnterneerd. Krap een maand later, op 24 mei worden Salomon, zijn moeder Roosje Gompers, zusjes Reintje, Isa en Sophie en broers Izak, Benjamin naar Westerbork gedeporteerd. Etty, Salomons oudste zusje, is al eerder gedeporteerd en op 28 mei vermoord. Op 8 juni gaat moeder met zes kinderen op transport naar Sobibor waar Salomon, nog geen drie jaar oud, op 11 juni wordt vermoord.