hier woonde
SJOUKE RIJPER
gefusilleerd op de Leusderheide
op 1944-11-28
Ds. Sjouke Rijper werd geboren op 12 september 1884 in Amsterdam. Hij was gehuwd met Anna Margaretha Catharina Ros. Hij had zich na een loopbaan in het onderwijs en als predikant – in Argentinië en Nederland – als emeritus-predikant gevestigd in Amersfoort. Zijn zoon Frans werkte als volontair bij het kadaster en kwam daar in contact met de illegaliteit. Klaas Rijper, broer van Frans en Hendrik van Dijk – een bij hen verblijvende onderduiker – volgden Frans in het illegale werk. In hun woning verborgen zij wapens, hetgeen hun moeder wel wist, maar vader Rijper niet. Vader Sjouke bemoeide zich niet met zulke bijzonderheden, want hij beschouwde dergelijke activiteiten als een voor de hand liggende plicht. Klaas, Frans en Hendrik werden verraden en gearresteerd.
Hele gezin opgepakt
Nadat Kotälla, de kampbeul van Kamp Amersfoort, bevel had gegeven om Sjoukes beide zonen en ook Hendrik van Dijk te fusilleren, besloot hij ook de dominee niet te sparen. Wegens hulp aan onderduikers en het in huis verbergen van wapens werd hij op 16 november 1944 gearresteerd en op 28 november 1944 op de Leusderheide – nabij Kamp Amersfoort – gefusilleerd. De dag daarna – 29 november 1944 – werden zijn vrouw Anna en hun drie dochters Jo, Mien, Trijnie en zoon Johan ook allemaal opgepakt. Anna en de drie dochters werden op 23 januari 1945 vrijgelaten, maar Johan pas op 17 april 1945. Dochter Jo werd op 15 februari 1945 voor de tweede maal gearresteerd en overgebracht naar de vrouwenafdeling van de gevangenis in Utrecht. Daar werd zij tot 29 april 1945 opgesloten in celnummer 160.
Lees meer over de familie Rijper in het herdenkingsboek ‘Hun namen niet vergeten’ en in het eerste kinderboek over Kamp Amersfoort geschreven door Martine Letterie, ‘Ze kwamen ons halen‘.