Utrechtschestraat 3a
hier woonde
SOPHIE VAN TIJN
vermoord in Sobibor
op 1943-06-11

Sophie van Tijn wordt op 16 maart 1932 in Amersfoort geboren op het adres Utrechtschestraat 21. Haar vader en moeder zijn Samuel van Tijn en Roosje Gompers. Zij noemen hun dochter, die het vijfde kind is in het gezin van zeven kinderen, ook wel Fietje. Vader en moeder Van Tijn hebben op genoemd adres een zaak in feestartikelen.

De winkel, met de toepasselijke naam Magazijn ‘De Voordracht’, verkoopt ook bladmuziek en liedteksten. Daarnaast functioneert de winkel als boekhandel annex leesbibliotheek. De verdiensten zullen bescheiden zijn, want Sophies vader werkt ook nog als vrachtwagenchauffeur (expediteur). Enkele jaren na Fietjes geboorte verhuist het gezin Van Tijn naar de Utrechtschestraat 3a, vlakbij de Varkensmarkt. Haar grootvader, Izak van Tijn, heeft een winkel in galanterieën, speelgoed en huishoudelijke artikelen op de Hof.

Op de Varkensmarkt spelen

Klassenfoto Fröbelschool aan de Beekensteinschelaan 39a met linksvoor Sophie van Tijn

Fröbelschool aan de Beekensteinschelaan 39a met linksvoor Sophie van Tijn; Archief Eemland

Dankzij de biografische aantekeningen van een klasgenootje en vriendinnetje, die weet te overleven door onder te duiken en haar herinneringen na de oorlog op schrift stelt, kunnen wij ons enigszins een beeld van Sophie vormen. Ook zijn enkele foto’s bewaard. Op een ervan, een klassenfoto van de kleuterschool in 1937, zit Fietje samen met genoemd vriendinnetje. Zij verhaalt in haar aantekeningen hoe zij samen met de kinderen Van Tijn op de Varkensmarkt spelen. ‘(…) We speelden schipper mag ik overvaren, krijgertje, hinkelen, tollen, verstoppertje met mijn vriendjes en vriendinnetjes zoals Sophie en Izak Van Tijn’. Ook beschrijft zij het huis en de winkel met feestartikelen die voor spelende kinderen een waar eldorado moet zijn. Naar eigen zeggen is zij kind aan huis bij de familie Van Tijn

Tiende verjaardag

Wanneer de Duitsers in 1940 Nederland binnenvallen en bezetten moeten de Joodse inwoners van Amersfoort, net als elders, voor hun lot vrezen. Aanvankelijk blijven de anti-Joodse maatregelen beperkt, zoals het verbod op ritueel slachten en de verplichte ariërverklaring voor ambtenaren. Geleidelijk neemt de terreur echter toe en in september van het jaar 1941 volgt een heel pakket aan maatregelen die tot doel hebben de Joodse bevolking geheel uit het openbare leven te verbannen. Fietjes vader mag niet meer als vrachtwagenchauffeur werken en probeert als koetsier nog wat bij te verdienen. Tot overmaat van ramp krijgt vader Samuel van Tijn begin maart 1941 een blindedarmontsteking. Op 16 maart, nota bene op Sophies tiende verjaardag, overlijdt hij plotseling aan een buikvleesontsteking, naar verluidt ten gevolge van de gebrekkige medische zorg. Een half jaar na het overlijden wordt Salomon geboren. Sophies moeder, draagt nu alleen de zorg voor zeven kinderen.

Chanoekafeest

Vanaf augustus 1941 mogen Joodse kinderen niet langer deelnemen aan het reguliere onderwijs en moeten zij verplicht naar de Joodse school die in Amersfoort gehuisvest wordt in het wijkgebouw aan het Laurens Costerplein. Ook Sophie, die voordien op de Openbare Lagere School aan de Wijerstraat zit, gaat verplicht naar de Joodse school, net als haar zusjes Isa en Reintje en haar broertje Izak. Ook het vriendinnetje gaat naar deze school. Zij vertelt: ‘(…) Samen met de kinderen Van Tijn liepen we naar school, over de Woestijgerweg, een van de zijstraten in, onder de poort door naar de Marconistraat naar de Daltonstraat’. Zij herinnert zich ook het chanoekafeest dat in december plaatsvindt op de Joodse school:

‘Er zijn versnaperingen, er wordt een film gedraaid en er is stoelendans waarbij Fietje een prijsje wint’.

Het is Sophies oom, Arie van Tijn die de winkel op de Hof van zijn vader heeft overgenomen, die deze activiteiten organiseert, samen met juf Kitty. Aan het eind krijgen alle kinderen een cadeautje.

Jodenster

In mei 1942 wordt het Joden verplicht de bekende gele ster met daarin het woord ‘Jood’ te dragen. Ook kinderen vanaf zes jaar moeten deze vernedering ondergaan. Op een foto, afgedrukt in het boek ‘Hun namen niet vergeten’ van Channa Kalmann, staat Fietje samen met haar twee vriendinnetjes. Drie vrolijk ogende meisje van rond de tien jaar, alle drie met de verplichte gele Jodenster.

Kamp Vught

In augustus 1942 zetten de Duitsers vaart achter de anti-Joodse terreur. De meeste Amersfoortse Joden worden opgepakt of gedwongen naar Amsterdam te verhuizen. De familie Van Tijn heeft aanvankelijk nog respijt maar op 22 april 1943 valt ook voor hen het doek. Sophie wordt, samen met haar moeder Roosje Gompers, broertjes en zusjes opgepakt en in kamp Vught geïnterneerd. Een maand later volgt transport naar Westerbork. Op 8 juni 1943 wordt Sophie naar Sobibor gedeporteerd waar zij op 11 juni 1943 is vermoord. Sophie van Tijn wordt slechts elf jaar.

Broers en zussen

Haar zusje Esther Reintje (Etty) is al in mei op transport naar Sobibor gegaan. De andere broers en zussen Reintje, Isa, Izak, Benjamin en Salomon zijn ook naar Sobibor gedeporteerd.