Krommestraat 44b
hier woonde
VROUWTJE HILVERSUM-WERTHEIJM
vermoord in Auschwitz
op 1943-10-22

Over het leven van Vrouwtje Wertheijm, voordat zij op 13 oktober 1937 trouwt met Jacob (Jaap) Hilversum uit Amersfoort, is weinig bekend. Zij is geboren op 7 november 1907 in Amsterdam, in het uiteindelijk tienkoppige gezin van Maurits Wertheijm en Betje Bak. Vader Maurits is (markt)koopman in de Uilenburgerstraat in Amsterdam. 

Vrouwtje, die in het dagelijks leven Vree wordt genoemd, trouwt op haar 29e met Jaap Hilversum. Op 15 december 1938 wordt hun zoon Nathan geboren, die de roepnaam Niek krijgt.

Hollandsche Schouwburg

Na de inval in 1940 krijgt ook in Nederland de bezetter het Joodse deel van de bevolking in snel tempo in een wurggreep. De vele antisemitische maatregelen die worden afgekondigd maken hun het leven onmogelijk. Ze worden verplicht zich te brandmerken met de zogenoemde Jodenster, zichtbaar genaaid op hun kleren. Overal om hen heen worden familie en bekenden ‘gearresteerd’. Vree en haar zoon Niek worden ‘opgehaald’ in augustus 1943 en naar de Hollandsche Schouwburg in Amsterdam overgebracht. 

Briefkaarten

Vermoedelijk is Vree overrompeld geweest door de gedwongen wegvoering uit Amersfoort, want ze belandt op de Plantage Kerklaan zonder rugzak en heeft onvoldoende eten en drinken. Haar (voedsel)bonnen zijn haar ondertussen afhandig gemaakt door de man die haar heeft opgehaald. De angst om haar kind, haar man, om wat er staat te gebeuren, om het gebrek aan alles, om te worden doorgestuurd, spreekt uit de briefkaarten die ze stuurt naar familie en vrienden. 

Toegezonden pakketjes

Jaap, haar man, zit ondertussen gevangen in Vught. Over en weer worden pakketjes verzonden. De reçuutjes ervan en de (bedank)kaartjes aan de familie Kanters in Amsterdam voor de toegezonden pakketjes zijn bewaard door haar zus Martha die als enige van het gezin van Maurits Wertheijm de oorlog heeft overleefd. Uit een briefkaart die op 31 augustus 1943 is afgestempeld valt op te maken dat Vree er weet van heeft dat haar man Jaap is ‘doorgestuurd’.

‘Ik ben op reis’

Vree en Niek zijn 9 oktober 1943 als strafgevallen vanuit Amsterdam naar Westerbork gestuurd. Ze komen terecht in barak 67. Maar niet voor lang, want al op 19 oktober 1943 volgt deportatie naar Auschwitz. Als ze op transport moet schrijft ze aan de familie Kanters: ‘Ik ben op reis met Niek, waarheen weet ik niet…’ ‘…misschien zie ik Jaap….’.’Ik ben niet flink dat kan ook niet anders met zo’n kind…’ Bij aankomst in Auschwitz op 22 oktober 1943 zijn Vrouwtje Hilversum-Wertheijm en haar zoon Nathan Hilversum direct vergast.