Tollenslaan 1
hier woonde
WILLEM VAN HUNNIK
vermoord in Treysa
op 1945-05-03

Willem van Hunnik is geboren op 17 november 1899 in Rhenen. Hij is getrouwd met Catharina Ramm en samen krijgen zij vijf kinderen. Willem kwam uit een boerengezin met vier kinderen en ging al jong het leger in. Opoe bleef op de boerderij in Woudenberg wonen na het overlijden van haar echtgenoot en de kinderen van Willem haalden nog jarenlang op de fiets verse melk bij Opoe.

Paardenkenner

Willem van Hunnik begon zijn militaire loopbaan als kanonnier bij het Korps Rijdende Veldartillerie in september 1917. Hij bleef 24 jaar in militaire dienst en hij stond bekend als een groot militair ruiter en paardendresseur. Zijn kennis van paarden was binnen de artillerie van grote waarde. 

Naar tuchthuis

Vanaf 1920 is Willem wachtmeester der eerste klasse bij de Koninklijke landmacht. Na de capitulatie is er geen actief Nederlands leger meer en met terugwerkende kracht krijgt Willem een eervol ontslag. Sinds het begin van de Tweede Wereldoorlog is Willem actief in de ondergrondse. Als gevolg van verraad is hij op 24 juni 1943 in Maartensdijk gearresteerd en door de vijand van zijn vrijheid beroofd. Oud-militairen die, ondanks een uitdrukkelijk verbod, deelnamen aan het verzet, zijn gedeporteerd naar een tuchthuis voor buitenlandse militairen in Treysa (deel van de gemeente Schwalmstadt in de deelstaat Hessen). Tot het einde van de oorlog is Willem in vijandelijke concentratiekampen gevangen gehouden. 

Op bezoek in Kamp Amersfoort

Als vader Willem is gearresteerd, is zijn oudste zoon Rudy van Hunnick 12 jaar. Hij herinnert zich nog het gebonk op de voordeur: “Met acht man van de ‘Grüne Polizei’ stormden ze naar binnen. Met hun bajonetten haalden ze alle matrassen op onze slaapkamers boven open. Mijn vader kon deze keer ontsnappen via het zolderraam. Hij had al eerder in Kamp Amersfoort gezeten en kwam weer vrij met hulp van de ondergrondse. Uiteindelijk beland hij toch opnieuw in Kamp Amersfoort. Ik weet nog dat mijn moeder terug kwam van bezoek bij vader. Hij was gek op Roosje, mijn kleine zusje van vijf, maar hij kon niets meer zien. Mijn vader was bijna blind geslagen en kon door de langdurige mishandeling niet lopen.”

Huis gevorderd

Het huis op de Tollenslaan is gevorderd en het gezin verhuisde naar de Johannes Bosboomstraat. “Van de Duitse officier moest mijn moeder de gordijnen laten hangen op de Tollenslaan. Ik knipte van een sprei stroken en hing die voor de ramen. Ik was heel handig op de naaimachine en hielp mijn moeder hiermee. Ik maakte ook slofjes voor in de klompen en ruilde die voor een worst of een ei.”

Treysa

Rudy bezocht na de oorlog alle plekken waar zijn vader is geweest, toen hij eenmaal zijn rijbewijs en een auto had. Rudy over zijn bezoek aan Treysa: “Ik kwam aan op zaterdagavond en alles was natuurlijk gesloten. Toevallig sprak ik de burgemeester en hij verraste me. Hij noteerde alle gegevens en liet direct twee ambtenaren het graf van mijn vader opsporen.” Ook sprak Rudy een medegevangene van zijn vader Willem. De medegevangene vertelt na de oorlog: “Willem en ik kregen chocola van een Amerikaanse soldaat, maar Willem kon niet meer kauwen.”

Laatste rustplaats

Willem van Hunnik maakt de bevrijding in Duitsland nog net mee. De Amerikanen brengen de verzwakte Willem naar een hospitaal. Willem van Hunnik is gestorven door mishandeling en uitputting in Treysa op 3 mei 1945. Zijn laatste rustplaats is op het Nederlands ereveld op de begraafplaats Waldfriedhof in het stadsdeel Oberrad van Frankfurt am Main. Postuum kreeg Willem van Hunnik het verzetsherdenkingskruis in 1983.

Veel dank aan Rudy van Hunnick en Thomas van Hunnik voor de foto’s en het delen van herinneringen.