hier woonde
WOLF PEPER
vermoord in Sobibor
op 1943-05-21
Wolf Peper wordt op 5 november 1882 in Amsterdam geboren. Zijn ouders zijn Jacob Peper en Maria Mok, beiden geboren Amsterdammer. Vader Hartog is aanvankelijk diamantslijper van beroep. Over Wolfs jonge jaren is weinig bekend. In een militair dossier, opgemaakt in 1902 ten behoeve van de militaire keuring, lezen we dat Wolf Peper in die tijd, samen met zijn ouders in Hilversum woont. Datzelfde dossier vermeldt verschillende lichaamskenmerken, zoals dat Wolf 1,71 lang is. Als beroep is opgegeven ‘volontair’ bij een sigarenfabriek. Ten slotte blijkt uit het keuringsrapport dat Wolf Peper vrijgesteld is van militaire dienst onder vermelding van nr. 43 dat voor ingewijden informatie bevat over ‘de aard van de gebreken’. Een jaar later bericht een annonce in de Gooi- en Eemlander, gedateerd 3 juli 1903, dat de kantonrechter te Hilversum aan Wolf Peper ‘handlichting verleent ter uitoefening van een sigarenfabriek’.
Handelsreiziger
In 1907 trouwt Wolf, hij is dan 24 jaar, met Rebekka de Jong. De huwelijksvoltrekking vindt plaats in Borculo, niet ver verwijderd van Haaksbergen waar Rebekka geboren is. Wolf verdient dan als handelsreiziger de kost. Wolf en Rebekka krijgen twee kinderen: een meisje, Marie-Evalina geboren op 23 oktober 1908, en een jongen, Hartog Jacob Henri, geboren in 1913. In die tijd woont het echtpaar Peper- de Jong te Hilversum.
Bestuurslid Schoolcommissie
Uit tal van documenten blijkt dat Wolf Peper een ondernemend en dynamisch zakenman is. Uit een bericht in een lokaal dagblad blijkt dat Wolf en Rebekka op 17 juli 1918 naar Amersfoort verhuizen en hun intrek nemen aan de (Lange) Bergstraat nr. 35. In Amersfoort ontwikkelt de heer Peper zich tot een bekende persoonlijkheid. Hij is niet alleen een bekend zakenman, maar ook actief in de lokale VVV waar hij informatie geeft en rondleidingen verzorgt. Daarnaast is Peper bestuurslid van de Nederlands-Israëlitische Schoolcommissie.
VVV-kiosk ‘Kadima’ op stationsplein
Zakelijk gaat het Wolf Peper voor de wind. Aanvankelijk runt hij de kiosk aan het Stationsplein die, volgens een bericht in de Amersfoortse Courant/ de Eemlander, op 14 augustus 1917 zijn deuren opent. Reizigers kunnen behalve sigaren ook kranten en tijdschriften kan kopen. De al genoemde VVV-activiteiten van Peper vinden ook vanuit de kiosk plaats. In de loop van de jaren ‘20 weet hij zijn bescheiden kiosk aan het Stationsplein uit te breiden met een filiaal aan de Vlasakkerweg, hoek Stationsstraat, en de Arnhemseweg nr. 58. Beide filialen dragen net als de stationskiosk de naam ‘Kadima’, het Hebreeuwse woord voor ‘Voorwaarts’. De formule blijkt zakelijk een groot succes: Wolf Peper opent in de loop van enkele jaren een sigarenkiosk in Utrecht, Zutphen, Bussum, Den Haag en Dordrecht waar ook een herdenkingssteen voor Wolf Peper ligt.
Uitbater café-restaurant ‘De Oude Tram’ en ‘De Pergola’
De inwoners van Amersfoort zijn in die jaren vertrouwd met de advertenties van sigarenmagazijn ‘Kadima’ in de plaatselijke bladen, waarin steevast een bepaald type ‘heerlijke sigaar’ wordt aangeprezen, meestal vergezeld van een aanlokkelijke aanbieding: ‘De heerlijke Sumatra-sigaar voor slechts 8 cents; bij aankoop van 10 stuks twee cadeau’. Nechama Mayer-Hirsch, die onder meer over Joods Amersfoort schrijft en onderzoek heeft gedaan naar het leven van Wolf Peper, weet te vermelden dat klanten van ‘Kadima’ bij aankoop van 100 sigaren van het merk ‘Ranja Superieur’ een elektrische schemerlamp met zijden kap cadeau krijgen. Grote bekendheid krijgt Peper ook als uitbater van het café-restaurant ‘De Oude Tram’ dat eveneens aan het Stationsplein gevestigd is. Advertenties in de Amersfoortse bladen nodigen het publiek uit om ‘op het gezellige terras onder de pergola eens rustig van het verkeer in Amersfoort te genieten’. Dat het animo groot is blijkt uit het feit dat Wolf Peper in 1934 een tweede restaurant opent aan de overkant van het station, op de Barchman Wuytierslaan, onder de naam ‘De Pergola’. Advertenties uit die tijd eindigen steevast met ‘aanbevelend: W. Peper’.
Amersfoortse adressen
Gedurende de jaren ‘20 wonen Wolf en Rebekka, samen met hun twee kinderen op de Lange Bergstraat waar ook Wolfs ouders, Jacob Peper en Maria Mok, gehuisvest zijn. In 1928 verhuizen zij gezamenlijk naar de Koninginnelaan 21, nu Koningin Wilhelminalaan geheten. In 1929 overlijdt Jacob 74 jaar oud, een jaar later Maria, in de leeftijd van 83. Een verhuisbericht van 13 mei 1931vertelt dat Wolf en Rebekka dan hun woonbestemming op de Barchman Wuytierslaan nr. 16 hebben. In 1938 verhuizen zij naar de Regentesselaan 22, waar hun zoon Hartog al in 1936 zijn intrek had genomen. Hartog Peper is dan 23 jaar oud en net als zijn vader koopman van beroep. In 1940 wonen Wolf Peper met zijn vrouw Rebekka nog steeds op de Regentesselaan 22 en Hartog heeft dan zijn domicilie op de Barchman Wuytierslaan 16.
Gedwongen overdracht van handel en positie
Zoals te verwachten, worden ook in Amersfoort de anti-Joodse maatregelen stap voor stap aangescherpt. In 1941 moet Wolf Peper zijn positie in het bestuur van de VVV opgeven. Later, in 1943, komt de exploitatie van zijn zaken in handen van een pro-Duitse bewindvoerder. Ingrijpender is dat Wolf en Rebekka in september 1942 gedwongen worden naar Amsterdam te verhuizen waar zij op de Muiderschans 68 gehuisvest worden. Wolf verricht dan werkzaamheden voor de Joodse Raad. Rebekka, die al eerder hartklachten heeft, wordt opgenomen in een Amsterdams ziekenhuis en overlijdt daar op 5 december 1942. Het is niet moeilijk voor te stellen dat de spanning rond deze gebeurtenissen aan haar dood hebben bijgedragen. Zij wordt gegraven op de Joodse begraafplaats in Diemen.
Deportatie naar Sobibor
Wolf wordt naar Sobibor gedeporteerd en vindt daar de dood op 13 juni 1943. De dochter van Wolf en Rebekka, Marie-Evalina en haar gezin, treft hetzelfde droevige lot.
Overlevenden
De al genoemde zoon van Wolf en Rebekka Peper, Hartog, is getrouwd met Lilli Eschwege. Zij hebben twee kinderen: Maud en Rita. Allen overleven de oorlog. Hartog en Lilli vinden een onderduikadres boven de garage van Kimman aan de Barchman Wuytierslaan. De kinderen worden ondergebracht bij andere gezinnen, eerst in Oldebroek en later, wanneer er gevaar dreigt, in Elburg. Na de oorlog woont het herenigde gezin op de Regentesselaan nr. 22. Begin jaren ‘50 emigreren zij naar Amerika waar Hartog, die dan Harrie heet, een restaurant begint. Dochter Maud, inmiddels op leeftijd, geeft nog altijd voorlichting vanuit de New Jersey Commission on Holocaust Education. In die hoedanigheid publiceert zij een boek getiteld ‘Chocolate, The Taste of Freedom’ (2012) over haar oorlogsgeschiedenis, vooral bedoeld voor jonge mensen. Het boek is opgedragen aan de families die, met gevaar voor hun eigen leven, Maud en Rita tijdens de oorlogsjaren onderdak verschaffen.