Schimmelpenninckkade 13
hier woonde
KRIJN VAN DEN HELM
vermoord in Amersfoort
op 1944-08-25

Krijn van den Helm wordt in Amersfoort geboren op 19 oktober 1912 in de Aldegondestraat 66. Zijn vader, Krijn Johannes van den Helm, verdient de kost als broodventer/molenaarsknecht en zijn moeder, Sieuwke Lyclama à Nijeholt‏, zorgt voor het gezin. De arbeidersbuurt waar ze wonen is net nieuwgebouwd door de Amersfoortse ondernemer Pieter van Achterbergh en ligt even buiten de stadsring. Krijn is de jongste van het gezin en hij groeit hier op met een oudere zus en broer.

Over zijn vroege jeugdjaren is weinig terug te vinden in de Amersfoortse archieven. Waar hij naar de lagere school is gegaan is onbekend, en ook niet welk vervolgonderwijs hij heeft gevolgd. Wel staat op een gezinskaart van de familie aangetekend dat zijn ouders tot een verschillend kerkgenootschap behoren. Vader laat Nederlands Hervormd noteren en moeder Doopsgezind. Zijn opvoeding zal vermoedelijk met de nodige verdraagzaamheid gepaard zijn gegaan.

Krijn en Jopie

Groepsfoto met medewerkers Inspectie Directe Belastingen in Amersfoort

Krijn van den Helm (6e vlnr) tussen zijn collega’s bij de Inspectie Directe Belastingen Amersfoort aan Plantsoen Zuid 6; Archief Eemland

Eenmaal volwassen gaat Krijn als commies (ambtenaar) werken bij de Rijksbelastingen. Op een foto uit 1932 poseert hij, met hoed, temidden van zijn collega’s voor hun kantoor aan Plantsoen Zuid 6 in Amersfoort. Op 2 juli 1935, Krijn is dan 22, trouwt hij in Amersfoort met de zeven jaar oudere Johanna Cornelia (Jopie) Logtenberg uit Amsterdam. Ze gaan wonen op de Schimmelpenninckkade 52 en vestigen zich na een korte onderbreking in Den Haag op 15 maart 1937 opnieuw in dezelfde straat, dit keer op nummer 13.

Fries verzet

Tijdens de Duitse inval vecht Krijn mee aan de Grebbelinie en raakt daar gewond. Al in die begintijd van de oorlog legt hij zijn eerste contacten met het verzet. In 1941 breekt een nieuwe fase aan in het leven van Krijn en Jopie: ze verhuizen naar Leeuwarden en een jaar later wordt hun zoontje Krijn Johannes geboren. In de Friese hoofdstad vervolgt Krijn zijn loopbaan bij de Rijksbelastingen. Een van zijn collega daar is Jan Evenhuis, ‘hoofd van de Inspectie der Invoerrechten en Accijnzen’, en bekend om zijn aanpak van belastingfraudeurs. Evenhuis zit in die tijd al diep in het Friese verzet en de beide mannen zullen elkaar gevonden hebben in hun afkeer van de Duitse bezetting en terreur.

Overval op Arbeidsbureau

Tasten we over Krijns’ vroege jeugdjaren nogal in het duister, des te meer is er bekend en opgetekend over zijn leven in de Friese verzetsbeweging. Zijn status van ‘buitenstaander’ speelt daar geen rol en hij krijgt de kans om zich actief op te stellen. Hij richt de eerste knokploeg (KP) in de provincie op en wordt al snel provinciaal leider van de KP. Hij sluit zich aan bij de landelijke organisatie voor hulp aan onderduikers (LO) en pleegt overvallen om valse papieren en distributiebonnen voor onderduikers te bemachtigen. De overval op het gewestelijk Arbeidsbureau in Leeuwarden op 25 Juni ’43 is mede op zijn conto te schrijven.

Groep belastingambtenaren

Begin 1942 krijgt hij in zijn werk direct te maken met de vervolging van de Joden. Stadgenoot Jacob de Jonge heeft problemen met de belastingdienst vanwege heimelijk geld dat hij in 1938 heeft meegenomen op zijn vlucht uit Duitsland. Na overleg met Jan Evenhuis wijzigt Krijn de belastingaangifte en vrijwaart Jacob zo van straf. Als het gezin van De Jonge op 19 augustus 1942 een oproep voor deportatie krijgt, regelt hij een onderduikadres voor hen bij Sikma, een betonfabrikant in Heerenveen. De Jonge’s dochter Ruth gaat niet mee met haar familie in de onderduik. Ze trekt in bij Krijn en Jopie en zal vanaf dat moment actief en onverschrokken betrokken zijn bij het verzet. Voor Krijn zelf legt deze confrontatie met vervolging de basis voor de uitgebreide verzetsorganisatie in Friesland. Kern daarvan is een groep belastingambtenaren, met Krijn van den Helm in een spilfunctie, die Joden helpt onderduiken. Een groot aantal van hen wordt eerst opgevangen in het huis van Krijn en Jopie en daarna naar een onderduikadres gebracht.

Koerierster

Ook wordt hij contactpersoon voor een Amsterdamse verzetsgroep die Joodse kinderen laat onderduiken en komt dan onder meer in contact met koerierster Esmee van Eeghen. Zij gaat een belangrijke rol in het Friese verzet en in Krijns leven spelen. Haar rol is niet onomstreden geweest en uiteindelijk krijgt haar leven een dramatisch einde door toedoen van het Friese verzet. Na de oorlog is er op diverse manieren geprobeerd uit te zoeken en in woord en beeld vast te leggen wat er in die dagen is gebeurd binnen de organisatie van Friese verzet. In die nagedachtenis is Esmee van Eeghen voor de een heldin, voor de ander een verraadster.

Terug in Amersfoort

Krijn van den Helm is voor de bezetter inmiddels een van de meest gezochte mannen in Friesland en in de zomer van 1944 moet hij de provincie noodgedwongen verlaten. Met vrouw, Krijn jr, Ruth en het onderduikkindje Donsje gaat hij terug naar Amersfoort en hoopt er onder de radar te blijven in het huis zijn schoonouders in de Pieter Bothlaan 22. In Amersfoort worden plannen gesmeed om een ​​KP Midden-Nederland op te richten. Maar na een paar weken krijgt de Sipo (Duitse Sicherheitspolizei) lucht van zijn schuilplaats in Amersfoort. Op 25 augustus 1944 komen ze hem arresteren in de Pieter Bothlaan en op dat adres en wordt hij op 32-jarige leeftijd door de Nederlandse SD’ er Pieter Johan Faber, bij een handgemeen neergeschoten.

Onderduikster Ruth

Over die gruwelijke gebeurtenis heeft onderduikster Ruth de Jonge op hoge leeftijd vanuit Amerika, waar ze na de oorlog naar toe is geëmigreerd, het volgende op laten tekenen: ‘Krijn van den Helm was naar het huis van zijn schoonouders gekomen, omdat hij daar een afspraak had. (Ik) zat met hem te praten op de stoep van de serre toen er werd gebeld. Mevrouw Van den Helm, die in verwachting was, rustte boven en haar zoon Krijntje sliep in zijn bedje in de eetkamer naast de serre. Het ging erg vlug. Krijn greep zijn revolver, maar te laat. Hij werd neergeschoten voor hij een kans had. Meteen was het huis vol Duitsers die alles doorzochten.’

Vlucht naar Friesland

Ruth doet zich tijdens de gebeurtenissen voor als dienstmeisje van de familie. Dat is haar redding geweest. ‘Kennelijk hadden ze waarvoor ze kwamen, de rest kon ze niet veel schelen. De serre zat vol bloed, die heb ik schoongemaakt en toen ben ik met Donsje, een joods kind dat ook bij de familie Van den Helm was ondergedoken, naar de naaister gelopen en vandaar naar dokter Hartog, de huisarts. De volgende dag zijn we naar Friesland gegaan en daar heb ik alles verteld.’Jopie vlucht na de dood van haar man met haar zoon en Ruth naar Bakhuizen, Friesland, waar ze in april 1945 worden bevrijd.

Herbegraven

Advertentie met aankondiging herbegrafenis Krijn van den Helm

Advertentie met aankondiging herbegrafenis Krijn van den Helm; CBG Verzamelingen

Pieter Jan Faber is voor de brute executie van Van den Helm in 1948 veroordeeld en ter dood gebracht. Naar het lijk van Krijn van den Helm is lang gezocht. Het is gevonden in een massagraf bij het Kamp-Amersfoort. Krijn van den Helm is op 1 december 1945 is in aanwezigheid van het hele Friese verzet herbegraven in Leeuwarden, op de Noorder-begraafplaats bij andere gevallen verzetsstrijders. In de Amersfoortse wijk Rustenburg is een straat naar hem vernoemd.

Rechtvaardige onder de volkeren

Het is niet precies bekend hoeveel Joden door de organisatie van Krijn van den Helm zijn gered, maar het aantal wordt geschat op ongeveer 200. Op 28 januari 1982 erkent Yad Vashem Krijn van den Helm en zijn vrouw, Johanna Cornelia van den Helm-Logtenberg, als Rechtvaardigen onder de Volkeren.