hier woonde
JACOBUS PETRUS BUNNIK
gefusilleerd in Hoogland
op 1944-10-03
Jacobus Petrus Bunnik is geboren op 11 april 1898 in Amersfoort en was gehuwd met Wilhelmina Johanna van de Pol. Samen hadden zij twee zonen en 4 dochters. Hij werkte in de houthandel van zijn vader. In april 1940 neemt Jacob de stap om voor zichzelf te beginnen aan de Heiligenbergerwerg. Dit was oorspronkelijk theehuis “Het Boompje”. In de late avond van 2 oktober 1944 is Jacob door onder andere Piet Frima van de Landwacht van huis gehaald. Op 3 oktober 1944 in de vroeg ochtend is Jacob samen met Gerardus Cornelis van Hoften gefusilleerd in Hoogland als represaillemaatregel voor de moord op NSB-advocaat Frima door het verzet. In oktober 1946 is aan de Schothorsterlaan in Hoogland een smeedijzeren kruis geplaatst als gedenkteken.
Ida Bunnik (geboren 25 december 1930) is de oudste van de zes kinderen in het gezin Bunnik. Ida vertelt: “Ik sliep en heb niet gehoord dat mijn vader werd opgehaald, terwijl ze onder andere wel de voordeurruit hebben ingeslagen. Ik hoorde de volgende dag van m’n moeder dat m’n vader gezegd had dat hij geen idee had waarom ze hem moesten hebben en dat hij vast en zeker snel weer terug zou zijn. Later begrepen we dat Pietje Frima eigenlijk op zoek was geweest naar m’n oom Kees, de broer van mijn vader die in het verzet zat. Maar ja, oom Kees was niet thuis en toen hebben ze zomaar één van de andere broers Bunnik gepakt. Dat was helaas mijn vader.” Luister ook het interview met Ida Bunnik.