hier woonde
ALBERT HENDRIK VAN VOLLENHOVEN
vermoord in Mauthausen
op 1942-11-14
Appie van Vollenhoven (geboren 15 juli 1909), de tweede van drie zoons van Eliazar van Vollenhoven en Rebecca Johanna van Rood, stamt uit een familie van Joodse industriëlen. Hij groeit op in zijn geboorteplaats Amersfoort waar zijn vader een veevoederfabriek had. Al jong literair geïnteresseerd kiest hij na de HBS voor het vak van boekhandelaar. Hij gaat werken bij de Rotterdamse boekhandel Voorhoeve & Dietrich en krijgt na verloop van tijd de leiding over het Schiedamse filiaal. Appie is een erudiet man, een schaker en een filmliefhebber.
Paar jaar geluk
Eind jaren dertig wordt hij verliefd op de elf jaar jongere, niet-joodse Beatrix de Leeuw. Beatrix zit dan nog op het Schiedams gymnasium. Ze trouwen op 17 februari 1939, maar er zijn maar een paar jaren van geluk voor hen weggelegd. Als in 1941 de Duitse razzia’s op Joodse mannen beginnen, zoeken Appie en Trix vanuit Amersfoort veiligheid in Hulshorst op de Veluwe, waar de familie een afgelegen zomerhuis bezit en waar ze zich verzekerd voelen van de bescherming van de plaatselijke bevolking. Het is dan ook geen inwoner van Hulshorst die voor Appie’s arrestatie verantwoordelijk is. Als Trix van Vollenhoven in april 1942 een dag naar haar ouders in Schiedam is geweest, treft zij bij haar thuiskomst Appie niet meer aan.
Dwangarbeid in Mauthausen
Appie is weggehaald en wordt vanuit Amersfoort naar Mauthausen gedeporteerd, waar hij dwangarbeid moet verrichten in de graniethoeve. De gevangenen worden in het werkkamp stelselmatig mishandeld. Albert is daar volgens het Ministerie van Justitie, in akte 337, overleden op 14 november 1942 aan een longontsteking. Hij is maar 33 jaar geworden.
Appie’s vader maakt het begin van de oorlog nog net mee en overlijdt in de zomer van 1940; zijn moeder en broers weten aan de vervolging te ontkomen.