Grietje de Groot

Grietje De Groot wordt op 22 januari 1937 in Amersfoort geboren. Haar vader is Nathan De Groot, afkomstig uit Amersfoort en van beroep koopman. Haar moeder is Thea Zuckermann, geboren in Dresden (Duitsland). Het gezin woont bij de geboorte van Grietje op het adres Sint Radboudstraat 3. Grietje is enig kind. 

Bij het uitbreken van de oorlog, is zij drie jaar. Naar we aannemen gaat Grietje niet naar school: de leerplicht geldt alleen voor kinderen vanaf zes jaar. Ze zal dus niet naar de Joodse school in Amersfoort gegaan zijn, die in december 1941 voor alle Joodse kinderen in de gemeente verplicht wordt gesteld.

Meubels ontmanteld

Het gezin woont vanaf 1937 op verschillende adressen in Amsterdam maar vestigt zich op 8 juni 1939 opnieuw in Amersfoort, maar dan in de Breestraat op nummer 60b. Het is onduidelijk waar het gezin in 1942 verblijft, wanneer in september van dat jaar de Duitsers  het huis in de Breestraat ontmantelen in het kader van de zogeheten Möbelaktion. Bekend is slechts dat Grietje en haar ouders opgepakt zijn en in april 1943 in kamp Vught geïnterneerd worden. 

Naar speciaal kinderkamp

Enkele maanden later, op 7 juni, wordt Grietje met het beruchte kindertransport naar Westerbork gedeporteerd. Deze deportatie vindt plaats omdat het kindergedeelte van kamp Vught overvol is geraakt door de vele razzia’s. Om de ontstane onrust en emoties de baas te worden suggereert de kampleiding dat de kinderen naar een speciaal kinderkamp gaan. In werkelijkheid worden de kinderen, via Westerbork, naar Sobibor gedeporteerd. In Westerbork zit Grietje, samen met haar ouders Nathan de Groot en Thea Zuckermann, in barak 58. Al een dag later gaan zij op transport naar Sobibor. Op 11 juni wordt Grietje daar, net als haar ouders, vergast. Zij is slechts zes jaar oud.