Celsiusstraat 12
hier woonde
JACOB SIMONSE
vermoord in Sachsenhausen
op 1945-04-22

Jacob Simonse wordt op 22 augustus 1893 geboren in Nieuwerbrug aan den Rijn (gemeente Bodegraven), in de zogenoemde Bijbelgordel. Hij is het enige kind van Johannes Simonse en Ida Blonk. Op zijn 27e trouwt hij op 18 november 1920 in Zwammerdam met de 29-jarige Margje Zaal. Ze krijgen vier kinderen: Ida Neeltje in 1921, Neeltje in 1924, Johannes in 1926 en Dirk in 1932.

Jacob werkt bij de belastingdienst in verschillende administratieve functies. Hij is hoofdassistent bij de Grondbelasting als hij in 1943 in aanraking komt met de Landelijke Organisatie voor Hulp aan Onderduikers (LO).

‘Goeden morgen hier is Londen’

Jacob gaat bij de LO werken onder de schuilnaam Simon. De gereformeerde Simonse wordt hoofdverspreider van het in Amersfoort uitgegeven illegale blad ‘Goeden morgen hier is Londen’. Op 2 juni 1944 gaat het mis: op een bezorgadres wachten de SD en de beruchte politieman Lutke-Schipholt hem op. Simonse en nog twee onderduikers worden als arrestanten opgebracht naar het Amersfoortse politiebureau, en vandaar gaan ze via de Sicherheitspolizei in Amsterdam en de gevangenis in de Gansstraat in Utrecht, naar Kamp Vught.

Van Vught naar Sachsenhausen

Op ‘Dolle Dinsdag’, 5 september 1944, wordt Kamp Vught in allerijl ontruimd. In grote haast jaagt de bezetter duizenden gevangen in veewagons per trein richting Duitsland. Simonse komt in Sachsenhausen terecht, waar hij te werk wordt gesteld bij Cottbus, Lager Schwarzheide. In de ochtend van 21 april 1945 begint de SS met de ontruiming van het kamp en 33.000 van de 36.000 aanwezige gevangenen moeten in groepen van 500 per dag 20 tot 40 kilometer naar het Noord-Westen marcheren. Alleen de eerste groepen hebben eten meegekregen en velen sterven door uitputting en het natte koude weer of worden onderweg door de SS doodgeschoten.

De dodenmars

Simonse heeft door hongeroedeem dikke voeten en komt moeizaam vooruit. Tussen twee vrienden die hem ondersteunen weet hij nog 100 km af te leggen. Maar gevangenen die tijdens deze dodenmars door ziekte en/of uitputting niet kunnen meekomen, worden door de bewakers zonder pardon doodgeschoten. Dat lot treft Jacob Simonse op 22 april 1945, op weg van Oraniënburg naar Neurüppin. Zijn laatste rustplaats is nooit gevonden.

Veel dank aan de familie voor de foto en de bijdragen aan deze familiegeschiedenis.