Sint Ansfridusstraat 55
hier woonde
WERNER SONNENFELD
vermoord in Midden-Europa
op 1944-09-30
Werner Sonnenfeld

Werner Sonnenfeld

Wanneer in de nacht van 9 op 10 november 1938 de synagoge in Wuppertal in brand wordt gestoken, en alle Joodse mannen tussen 16 en 60 jaar worden opgepakt, begrijpen de Joden in Duitsland dat het de nazi’s ernst is met hun hun rassenwaan. Een van hen is Werner Sonnenfeld. Werner wordt op 18 juni 1904 geboren in Elberfeld, een stadsdeel van Wuppertal in Noordrijn-Westfalen. Zijn vader is Leo Sonnenfeld, van beroep koopman en geboren op 2 april 1870 in Ratibor (Raciborcz) in de regio Silezië in Polen. In 1898 trekt vader naar Elberfeld waar hij Werners moeder Hedwig Daniel (geboren op 14 september 1873) leert kennen. Zij trouwen nog in datzelfde jaar. In 1902 wordt hun eerste kind geboren, Edith Antonie, Werners oudere zusje.

Het gaat vader Sonnenfeld zakelijk voor de wind wanneer hij samen met zijn zwager een metaalbedrijf in Wuppertal start. Het bedrijf produceert gereedschappen en werktuigen die onder de merknaam Elesco in heel Europa hun weg vinden. In 1933 beëindigt Leo Sonnenfeld de samenwerking met zijn zwager. Werner, die dan 29 jaar is en in dienst van de firma Elesco is, wordt dan eigenaar van het bedrijf.

‘Liebe auf den ersten Blick’

Enkele jaren eerder maakt Werner kennis met zijn aanstaande vrouw, de zeventienjarige Herta Glaser. Zij is de dochter van Hermann Glaser en Martha Raphael. Het is mede dankzij de memoires van Herta, die zij na de oorlog in boekvorm onder de titel ‘Stufen zur Freiheit’ uitbrengt, dat we Werners leven min of meer kunnen reconstrueren. Werner is de vriend van haar drie jaar oudere broer Max. Ze schrijft: ‘Es war Liebe auf den ersten Blick, und bald mündete die Romance in eine Heirat’. De huwelijksreis duurt zes weken en voert het jonge paar door Frankrijk, Italië en Zwitserland. Ook daarna bezoeken zij veelvuldig het buitenland, waarbij Herta haar echtgenoot begeleidt op zijn zakenreizen. Werner heeft een ‘talenknobbel’ en is verantwoordelijk voor de export van de firma Elesco.

Een zoon, Günter

foto met gezin Sonnenfeld en Ruth Zielenziger (rechts) in de Sint Ansfridusstraat, Amersfoort; privécollectie

Gezin Sonnenfeld en Ruth Zielenziger (rechts) in de Sint Ansfridusstraat, Amersfoort; privécollectie

In 1933 komt Hitler aan de macht, het jaar waarin Werner en zijn vrouw in Parijs een toevluchtsoord vinden en van daaruit het zakelijk belang van het bedrijf behartigen. In hetzelfde jaar raakt Herta in verwachting. De zwangerschap verloopt moeilijk en het echtpaar besluit in 1934 terug te keren naar Wuppertal. In 1934 komt hun zoon Günter ter wereld, hun eerste en enige kind. Terwijl de nazi’s de Joodse bevolking geleidelijk uit het publieke leven bannen, proberen Werner en zijn vrouw het hoofd boven water te houden. Wanneer in 1937 de maatregelen tegen Joden aangescherpt worden en het Werner onmogelijk is nog zaken te doen, rijpt het plan te vluchten. De tijd dringt en de vraag is waarheen? 

Kristallnacht

De kristallnacht in 1938 maakt de ernst van de situatie duidelijk. De nazi’s steken ook in Wuppertal de synagoge in brand en Werner is een van de Joden die wordt opgepakt. Dankzij de bemoeienis van zijn vader, die als bekende ondernemer enkele hoge ambtenaren kent, komt hij op vrije voeten. Voorwaarde is dat Werner en zijn gezin het land onmiddellijk moeten verlaten. Tegen betaling van steekpenningen kan Werner, onder begeleiding van een politieambtenaar, naar Nederland vertrekken, zogenaamd voor zaken. Terwijl de kleine Günter bij Herta’s schoonouders blijft, vlucht zij zelf naar Berlijn waar zij onderdak vindt bij vrienden. Na enkele weken keert zij terug naar Wuppertal om vervolgens met haar zoon, opnieuw tegen betaling, via Luxemburg en België in Nederland te geraken.

Vluchtelingenopvang 

In januari 1939 vinden Werner, Herta en hun vijfjarige zoon elkaar in Amsterdam terug en na een kort verblijf in de hoofdstad verhuizen zij naar Rotterdam waar zij in de vluchtelingenopvang op Heijplaat verblijven. Veel rust is hun ook daar niet gegund. Na twee maanden moeten zij een nieuw toevluchtsoord kiezen en volgen nog vele omzwervingen, onder andere via Scheveningen, Hoek van Holland en Westerbork dat voor de oorlog als opvangkamp voor Joodse vluchtelingen uit Duitsland dient. In Nederland waant Werner zich veilig maar dat blijkt een illusie wanneer in mei de Duitse legers Nederland binnenvallen. 

Kamers huren bij Marjan Berk

In 1940 belanden Werner en zijn gezin dan eindelijk in Amersfoort op het adres St. Anfridusstraat, eerst nog kort op nummer 45 en dan op nummer 55 waar zij gemeubileerde kamers huren in het huis waar ook de latere actrice en schrijfster Marjan Berk dan woont. Aanvankelijk lijkt de situatie stabiel maar allengs neemt ook hier de terreur tegen de Joodse bevolking toe. Günter, Werners zoon die naar de Openbare Lagere School 11 in de Heerenstraat gaat, moet net als andere Joodse kinderen in 1941 de school verlaten. Korte tijd bezoekt hij de pas opgerichte Joodse school aan het Laurens Costerplein.

Gescheiden in onderduik

Wanneer bekend wordt dat de Joodse inwoners Amersfoort voor het einde van 1942 moeten verlaten, duiken Werner en Herta onder. Het echtpaar besluit dat hun wegen moeten scheiden, niet wetend of ze elkaar ooit nog terugzien. Herta en zoon Günter vinden in eerste instantie een plek in de Josef Israëlstraat bij de familie Das en Werner weet onder te duiken in het St. Elisabeth ziekenhuis dankzij de hulp van een arts. Maar nergens is het lang veilig. Bevreesd voor razzia’s en verraad moeten zij voortdurend van schuilplek veranderen. In haar memoires beschrijft Herta deze tijd van angst en onzekerheid. Wat haar nog het meest beangstigd is dat zij Günter moet toevertrouwen aan de zorg van anderen. Zij kan dan niet weten dat ‘haar kleine jongen’ liefdevol wordt opgevangen door een Fries boerenechtpaar. Günter krijgt in Friesland de schuilnaam Frans. Wat Herta ook niet weet, is dat Werner een schuilplaats heeft in de omgeving van Twello. 

Brief aan Seyss-Inquart

dossiermap met brief van Herta Glaser aan Seyss-Inquart in de Collectie Calmeyer

Dossiermap met brief van Herta Glaser aan Seyss-Inquart; Bron: Collectie Calmeyer, CBG|Centrum voor familiegeschiedenis

Ondertussen verblijft Herta nog steeds in Amersfoort en zet alles op alles om aan deportatie te ontkomen. Herta schrijft een radeloze brief aan Arthur Seyss-Inquart, een Oostenrijkse jurist in Den Haag, nazi en loyale aanhanger van Adolf Hitler. Vanaf mei 1940 heeft hij namens Duitsland de macht over Nederland. Schrijft Herta deze brief aan hem, omdat zijn woorden veel invloed hebben en haar kunnen redden? Herta is een sterke vrouw, maar is de brief niet van iemand met dezelfde naam? Seyss-Inquart is toch een van de grootste oorlogscriminelen uit die tijd? Wie is die Arische verloofde van wie ze in deze brief beweert dat het de vader van haar zoon is? En dan het taalniveau in de brief, toch heel anders dan andere familiecorrespondentie geven onderzoekers uit Wuppertal aan. Deed ze zich bewust ongeschoold voor? Hoe dan ook, in Den Haag vindt men haar verzoek zacht uitgedrukt “zeer verwarrend” en besluit haar niet te “Calmeyer-en” oftewel ze is en blijft joods en gaat met haar ‘sperre’ van de uitstellijst af.

Collectie Calmeyer

Haar brief is nu onderdeel van de collectie Calmeyer en wordt bewaard bij het CBG|Centrum voor familiegeschiedenis. Een uiterst kwetsbare collectie waar je letterlijk zwarte handen van krijgt door het stof en roet door brandschade van bombardementen. In deze collectie vind je onder andere herzieningsverzoeken van vervolgde joden die in een ultieme poging probeerden te bewijzen dat ze niet joods zijn, naast gemeentelijke correspondentie, foto’s en Haagse besluiten over afstamming. Het verzoek van Herta is afgewezen, maar vermoedelijk heeft ze het besluit niet afgewacht en blijft in onderduik.

Strafgevangenis in Rotterdam

Arrestantenkaart van Werner Sonnenfeld uit Stadsarchief Rotterdam met vermeld een paar bezittingen

Arrestantenkaart van Werner Sonnenfeld met vermelding van een paar bezittingen; Bron: Stadsarchief Rotterdam

In het voorjaar van 1944 slaat het noodlot toe. Op basis van verschillende lokale bronnen kunnen we ons een beeld vormen van de gebeurtenissen. Nabij Twello op het landgoed Kolkhof bewonen Herman Vink, van beroep tuinder en groenteventer, en zijn vrouw Mies Vink-Caspers de tuinmanswoning. Zij geven onderdak aan tien Joodse onderduikers, waaronder Werner Sonnenfeld. Op 22 april vindt een inval door de Sicherheitspolizei plaats. Arend, de zoon van het echtpaar Vink, weet zich te verstoppen en is ooggetuige. Alle Joodse onderduikers worden opgepakt. Aanvankelijk worden zij op het politiebureau van Deventer gevangengezet. Later op de dag worden ze vervoerd naar de strafgevangenis in Rotterdam waar Werner wordt verhoord. Een week later gaat hij op transport naar Westerbork. Op 19 mei 1944 volgt de deportatie naar Auschwitz waar Werner op 30 september wordt vermoord. 

Teken van leven

Opsporingsbericht in het Nieuw Israelietisch Weekblad van 24 augustus 1945; Bron Delpher

Opsporingsbericht in het Nieuw Israelietisch Weekblad van 24 augustus 1945; Bron Delpher

Herta verneemt al in april van dat jaar, via een bekende uit de ondergrondse, dat Werner is gearresteerd. Zij blijft echter hopen ooit weer met hem en Günter verenigd te worden. Maar de bevrijding laat nog een jaar op zich wachten. Onbeschrijflijk is de vreugde wanneer Herta eindelijk in mei 1945 Günter in haar armen kan sluiten. Maar de onzekerheid over het lot van Werner werpt een schaduw over dit geluk. Via een advertentie probeert Herta vlak na de oorlog nog een teken van leven te vinden van haar man. Zij is dan teruggekeerd naar Amersfoort waar zij met Günter op de Bisschopssweg 160 verblijft, het huis waar eerder Barend Deen met zijn vrouw woonde. Het heeft niet zo mogen zijn. 

Emigratie

In februari 1949 emigreren Herta en Günter naar de Verenigde Staten. Herta trouwt daar met de musicus Leo Eis. Zij overlijdt in 1987. Günter laat zich in Amerika George noemen: hij is inmiddels 90 jaar oud en altijd in contact gebleven met zijn onderduikverleners. Werners ouders vinden beiden de dood in Theresienstadt. Herta’s broer Max, die voor de oorlog naar Nederland is gevlucht en actief is in het verzet, overlijdt in 1987 op de leeftijd van 82 jaar. Werners zus Edith weet al voor de oorlog naar Groot-Brittannië te vluchten. 

Veel dank aan de familie voor de foto’s en bijdragen aan deze familiegeschiedenis.