hier woonde
BERNHARD JAKOB DE BEER
vermoord in Auschwitz
op 1944-11-01
Bernhard Jakob de Beer (roepnaam Teddy) wordt geboren op 29 juli 1903 in Bielefeld (Duitsland), zoon van Charles de Beer en Mietje Cappel. Zijn ouders wonen in Duitsland vanwege het werk van vader Charles bij een Westfaalse margarineproducent. Anderhalf jaar eerder werd, in Kleef, het zusje van Bernhard Jakob, Suzanna, geboren. In 1904 verhuist het gezin naar Rotterdam, naar de Boezemsingel 180. Als beroep van vader Charles staat op de gezinskaart boekhouder vermeld. Ruim twee jaar later, op 06-07-1906, worden ze uitgeschreven naar Brussel, naar Molenbeek-St.-Jean. Echter, diezelfde dag komt Charles, op 32-jarige leeftijd, in Molenbeek om bij een auto-ongeluk. Bernhard is dan nog geen drie jaar oud. Twee weken later wordt zijn moeder Mietje weer met haar twee kinderen ingeschreven in Rotterdam. Nadat Mietje’s zus Rachel Anna in 1915 is overleden hertrouwt Mietje in 1916 met de weduwnaar van haar zus, Philippus Pool, die ook in Rotterdam woont. Voor dit huwelijk tussen zwager en schoonzus was destijds nog dispensatie door de koningin van artikel 88, lid 1 van het Burgerlijk Wetboek vereist. De akte van dispensatie is bijlage bij de huwelijksakte.
Naar Amersfoort
In 1922 verhuist de dan 19-jarige Bernhard naar Breda, hij woont in bij familielid Markus de Beer en diens gezin. Een kleine twee jaar later keert hij terug naar Rotterdam, naar het adres van zijn moeder en stiefvader. En weer twee jaar later wordt hij uitgeschreven naar La Louvière, een stadje in het zuiden van België. Als hij op 07-06-1928 in Rotterdam trouwt met de 22-jarige Sara Roza (Suze) Blom, verhuist ook zij naar La Louvière. Volgens de huwelijksakte is Bernhard bedrijfsleider van beroep. Het echtpaar keert in 1931, vanuit Schaarbeek (nu deelgemeente van Brussel) terug naar Rotterdam, waar ze achtereenvolgens op twee adressen inwonen. Dan verhuizen ze eind 1931 naar de Wijersstraat 12 in Amersfoort en een half jaar later naar de Bankasraat 11. Zoon Charles Jacques ziet daar op 20 maart 1934 het levenslicht. In juni 1938 verhuizen ze weer, nu naar de Buys Ballotstraat 37. Hier wordt op 09 mei 1939 dochter Maryse geboren. Bernhard werkt als vertegenwoordiger bij de in Amersfoort gevestigde Essencefabriek Polak. Zoon Charles kan zich nog de schitterende groene Citroën herinneren die zijn vader in die tijd had.
Opgesloten
In 1942 moet het gezin de woning halsoverkop verlaten. Met de auto rijden ze richting Den Haag, waar ze op verschillende adressen ondergedoken zijn. Op zeker moment besluiten Bernhard en zijn vrouw het gezin op te splitsen. De kinderen worden door de ondergrondse naar verschillende onderduikadressen gebracht. Charles komt uiteindelijk in Kinderdijk terecht, Maryse in Dordrecht. Bernhard en Suze blijven eerst in Den Haag, enige tijd op hetzelfde adres als waar Bernhards moeder is ondergedoken, later bij het echtpaar Van den Bergh, dat in april 1987 is onderscheiden voor hun onderduikhulp. Bernhard kan er echter niet tegen opgesloten te zitten. Hij en zijn vrouw vertrekken naar Brussel. Bijna een jaar zijn ze daar veilig. Maar op 19 juni 1944, als Bernhard zich buiten waagt om sigaretten te kopen, wordt hij gearresteerd, overgebracht naar Mechelen en vervolgens gedeporteerd naar Auschwitz. Daar wordt hij na 1 november 1944, exacte datum onbekend, vermoord.
Moeder en zus
Zijn moeder, Mietje Cappel, wordt via Westerbork naar Sobibor gedeporteerd en daar op 16 april 1943 vermoord. Zijn zus Suzanna overleeft de oorlog. Ze woont na de oorlog jarenlang in Israël, maar keert uiteindelijk terug naar Nederland. Ze overlijdt op 15 januari 1985 in Amsterdam op 83-jarige leeftijd.
Suze en de kinderen
Bernhards vrouw Suze en hun twee kinderen overleven de oorlog. De kinderen hebben het heel goed bij hun onderduikouders. Hoewel moeder en kinderen in 1947 worden herenigd is er van een gelukkig gezin geen sprake. Suze Blom overlijdt op 13 mei 1991, 85 jaar oud. Zoon Charles, die acht jaar oud was toen hij zijn vader voor het laatst zag, heeft weinig concrete herinneringen aan hem, maar het zijn wel goede herinneringen die hem nog steeds een warm gevoel geven.
Veel dank aan de familie voor het delen van de familiegeschiedenis.