Jentje Hilversum

Jentje (roepnaam Jennie) Hilversum is het dochtertje van Philip Hilversum en Johanna Haringman die wordt geboren op 6 september 1932. Volgens de lijst met ‘Kinderen van Joodschen bloede’ die de gemeente Amersfoort in 1941 voor de bezetter opstelt, zit ze op Openbare Lagere school 12 in de Wijerstraat. Jennie zit onder andere bij Sophie van Tijn, Isidore Adamski en Eva de Groot op school.

Vermelding van geboorte Jentje Hilversum (Bron: Amersfoortsch Dagblad 7 sept. 1932)

Vanaf 1 september 1941 zijn Joodse kinderen niet meer welkom op de ‘gewone’ scholen. Zij moeten naar speciale Joodse scholen. Niet bekend is of Jennie daar naartoe is gestuurd door haar ouders. In de zomer van 1942 gebiedt de bezetter dat alle Joden uit Amersfoort moeten vertrekken.

Kindertransport rechtstreeks naar Sobibor

Jennie gaat op 16 april 1943 met haar moeder naar Kamp Vught, vermoedelijk komt zij in het kindergedeelte van het kamp terecht.  Door de razzia’s van de Duitsers is het hier overvol. Er breken besmettelijke ziekten uit en omdat kinderen niet werken, besluiten de Duitsers ze weg te halen uit Vught. Op 6 en 7 juni 1943 vertrekken twee treinen met Joodse kinderen onder de 16 jaar uit kamp Vught. Hun moeders mogen mee. Er wordt hun verteld dat ze naar een speciaal kinderkamp in de buurt gaan. Maar de treinen gaan via Westerbork rechtstreeks door naar Sobibor in Polen. De bijna 1.300 Joodse kinderen, onder wie de 10-jarige Jennie Hilversum, worden hier direct na aankomst op 11 juni 1943 om het leven gebracht.