hier woonde
JENTJE HILVERSUM
vermoord in Sobibor
op 1943-07-23
Jentje (roepnaam Jenny) Hilversum is de dochter van Betje Fransman en Emanuel Hilversum. Ze is geboren op 22 maart 1937 en ze woont met haar ouders in de Trompstraat nr. 77 in Amersfoort. Haar nichtje Jennie woont een paar huizen verderop op nummer 80.
Tegen de tijd dat Jenny de schoolgaande leeftijd bereikt, zijn Joodse kinderen al twee jaar niet meer welkom op openbare scholen. Hun bewegingsvrijheid is nagenoeg nihil en de maatregelen die de bezetter uitvaardigt voor Joodse kinderen, hun ouders en familie worden telkens hardvochtiger.
Onderduik
In 1943 besluiten Jenny’s ouders onder te duiken in Den Haag, maar ze worden al snel opgepakt. Op 13 mei belanden haar ouders in Westerbork en van daaruit zijn ze nog diezelfde maand gedeporteerd naar Sobibor en er omgekomen.
Uit het ziekenhuis in Den Haag
Jenny komt pas op 5 juli 1943 aan in kamp Westerbork. Zij komt dan uit een ziekenhuis in Den Haag. Gezien haar leeftijd en het feit dat haar ouders Betje en Emanuel al zijn vertrokken uit het kamp lijkt het aannemelijk dat Jenny in het weeshuis van het kamp (barak 35) terecht is gekomen. Vermoedelijk heeft haar tante Sara Querido die getrouwd was met Levie, een broer van haar vader, zich over haar ontfermd in het kamp en later tijdens het transport.
Met tante Sara
Jenny’s naam staat op de transportlijst van 20 juli 1943, het laatste transport naar Sobibor met in totaal 2.209 mannen, vrouwen en kinderen. Jenny is dan zes jaar. Op diezelfde lijst staat ook haar tante Sara. Er zijn geen overlevenden van dit transport. Jenny is bij aankomst op 23 juli 1943 in de gaskamers van Sobibor vermoord.