Wolf Ithamar Cohen

Wolf Ithamar wordt op 13 april 1936 in Laren geboren als zoon van Salomon Cohen en Marie-Evalina Cohen-Peper. Hij is het tweede kind in het gezin. Wolf Ithamar is naar zijn grootvader vernoemd: Wolf Peper, de bekende Amersfoortse ondernemer en uitbater van De Oude Tram. De ouders van Wolf Ithamar zijn beiden werkzaam bij de Berg-Stichting in Laren, een tehuis voor uit huis geplaatste Joodse kinderen.

Al in 1941 wordt in opdracht van de Duitse bezetten een lijst opgesteld met de namen van alle Joodse leerlingen in Amersfoort. Het gaat om 78 kinderen in het lager en voortgezet onderwijs. Op deze lijst lezen wij dat Wolf onderwijs volgt op de Voorbereidende Montessorischool. Deze school is aan de Utrechtseweg nr. 102 gevestigd. Wanneer in het onderwijs de anti-Joodse maatregelen van kracht worden, moet ook  Wolf in september 1941 deze school verlaten en, naar we aannemen, het onderwijs aan de pas opgerichte Joodse School aan het Laurens Costerplein nr. 14 volgen. De school is door particulier initiatief uit Joodse kring van de grond gekomen.

Transport naar Sobibor

Het gezin Cohen verhuist op 19 februari 1943 onder dwang van de bezetter naar Amsterdam. Zij vinden huisvesting in Amsterdam-Oost op de Transvaalkade 114-1. Enkele maanden later wordt het hele gezin gearresteerd tijdens de grote razzia van 20 juni 1943. Wolf wordt samen met zijn ouders, zijn broertje Hartog en zijn zusje Marjan afgevoerd naar kamp Westerbork. Hij wordt met zijn moeder Marie-Evalina, Hartog en Marjan in barak 65 geïnterneerd. Negen dagen later, op 29 juni, volgt het transport naar Sobibor waar Wolf, net als de andere leden van het gezin, op 2 juli 1943 wordt vermoord. Wolf Ithamar is dan slechts zeven jaar.