Utrechtschestraat 3a
hier woonde
ISA VAN TIJN
vermoord in Sobibor
op 1943-06-11

Isa van Tijn komt op 26 juni 1929 in Amersfoort op het adres Utrechtschestraat 21b ter wereld. Zij is de dochter van Samuel van Tijn en Roosje Gompers. Isa is het derde kind in een gezin dat in de loop der jaren uitgroeit tot zeven kinderen. Zij heeft twee oudere zusjes: Etty en Reintje. Na Isa worden nog Fietje, Izak, Benni en Salo geboren. De ouders van Isa hebben op genoemd adres een winkel in feestartikelen, bladmuziek en liedteksten. Zij prijzen hun winkel, met de toepasselijke naam Magazijn ‘De Voordracht’, aan als ‘hét adres voor bruiloften en partijen’. Ook adverteren zij als boekhandel en leesbibliotheek.

Foto van Varkensmarkt kijkend naar Utrechtsestraat 3 en 5

Varkensmarkt kijkend naar Utrechtsestraat 3 en 5, 1925; Foto: Jan Willem Wentzel, Archief Eemland

Als Isa negen jaar is verhuist het gezin naar de Utrechtschestraat 3a, vlakbij de Varkensmarkt, de plaats waar zij vele uren spelend doorbrengt met haar vriendinnetjes die daar in de buurt wonen. Een van hen, zij overleeft de oorlog door onder te duiken, heeft haar herinneringen nadien op papier gezet. ‘(…) Ik herinner me nog goed’, schrijft ze, ‘hoe we met de kinderen Van Tijn speelden, zoals verstoppertje en schipper mag ik overvaren’. Ook verhaalt zij in haar memoires dat ze in de zomer gezamenlijk, onder de hoede van Isa’s moeder, een duik namen in het Soester natuurbad. Zij beschrijft de familie Van Tijn als een gezellig gezin waar zij met de kinderen, mede dankzij een winkel die een onuitputtelijke bron van fantasie is, veel plezier maken.

Laurens Costerplein

Lijst van Joodse leerlingen op de openbare lagere school aan de Bisschopsweg in Amersfoort

Lijst Joodse leerlingen; Archief Eemland

Wanneer het oorlog wordt nemen ook voor het gezin Van Tijn de zorgen toe ten gevolge van de acties tegen de Joodse bevolking. Vooral in de tweede helft van 1941 moet Isa die zorg gevoeld hebben. In september is haar jongste broertje Salo (Salomon) geboren en uitgerekend op zijn geboortedag wordt een nieuw pakket anti-Joodse maatregelen afgekondigd. De vader van Isa mag zijn beroep als vrachtwagenchauffeur niet meer uitoefenen en wordt noodgedwongen koetsier. Eerder in september wordt verordonneerd dat ‘kinderen van joodsche bloede’ uit het reguliere onderwijs verwijderd moeten worden. Isa, die op de Openbare Lagere School aan de Bisschopsweg zit, moet van school en gaat vanaf dat moment, net als haar zusjes Reintje en Sophie en broertje Izak, naar de pas opgerichte Joodse school aan het Laurens Costerplein. Ook genoemd vriendinnetje gaat naar de Joodse school, zo lezen we in haar memoires.

Beruchte NSB’er

Alsof het gezin Van Tijn al niet genoeg heeft te verduren, krijgt Isa’s vader Samuel van Tijn begin maart 1942 een blindendarmontsteking. Slechts twee weken later overlijdt hij aan de gevolgen van buikvliesontsteking, naar verluidt door de slechte medische zorg van de behandelend arts, de beruchte NSB’er Van Nieuwenhuijzen. Vader Van Tijn wordt op de Joodse begraafplaats aan de Soesterweg begraven.

Dagboek

In de tweede helft van 1942 neemt de terreur tegen de Joodse bevolking in snel tempo toe. Alle Joden moeten uit Amersfoort vertrekken en/of worden opgepakt. Velen vinden in Amsterdam een voorlopig onderkomen. De familie Van Tijn heeft nog toestemming om te blijven, de vraag is voor hoe lang. Uit de eerder genoemde bron, maar ook uit het dagboek van de Amersfoortse slager Jules Frank, weten we dat in december 1942 op de Joodse school een chanoekafeest wordt georganiseerd, compleet met film, muziek en stoelendans. Isa’s oom Arie, die eigenaar is van het ‘Eerste Amersfoortsch Waarenhuis’ op de Hof, zorgt ervoor dat alle kinderen een cadeautje krijgen.

Maandverbanden inpakken

Het wordt 1943 en bij Isa thuis weten ze dat het onafwendbare ook voor hen gaat komen. Het vriendinnetje dat de oorlog overleeft schrijft hierover het volgende: ‘(…) Op 5 maart sterft mijn opoe Beem en ik verbleef de hele dag bij de familie Van Tijn.

De meisjes zaten samen met moeder de hele dag maandverbanden in te pakken. (…) Een van de meisjes verzuchtte dat het nu wel snel afgelopen zou zijn. Ik zei nog bemoedigend dat het misschien wel mee zou vallen’.

Sobibor

Ergens in mei 1943, de precieze datum is niet bekend, wordt Isa samen de anderen opgepakt en in kamp Vught geïnterneerd. Op 24 mei gaan zij op transport naar kamp Westerbork en verblijven daar in barak nummer 60. Etty (Esther Reintje), Izaks oudste zus, is al eerder naar Sobibor gedeporteerd. De 8e juni worden Isa, haar moeder Roosje Gompers en zusjes Reintje en Sophie en broertjes Izak, Benjamin en Salomon naar Sobibor gedeporteerd. Op 11 juni 1943 is Isa van Tijn vermoord. Veertien dagen later zou haar veertiende verjaardag zijn.